Jakarta – week 1

Week 1

Vrijdag 18 maart
Na het afsluitritueel red ik net een bus die aan komt rijden. Nabij het station is de buschauffeur bezig met z’n smartphone. Ik heb niet het lef er iets van te zeggen, het uit zijn hand te grissen, of cynisch te vragen of hij zeker nog nooit iemand levensbedreigend aangereden heeft. Wel maak ik een foto….zal ik deze op Facebook plaatsen, bedenk ik me.

Op Schiphol helpt een zeer jonge knul me; er lijkt wel sprake van kinderarbeid. Hij vertelt me dat ik hier mogelijk wel kan inloggen voor een stoelkeuze, maar het vliegtuig tamelijk vol zit.
Mogelijk is dat ook de reden dat ik thuis niet kon inloggen. Het lukt. Ik volg het advies van Michiel op en kies een stoel in de middenrij, die 3 stoelen breed is, in de hoop dat ik naast een stel kom te zitten dat via het andere pad naar het toilet gaat. De drukte valt mee; de stoel in het midden is en blijft vrij.

Ik heb moeite de naam van de luchtvaartmaatschappij, Garuda, te onthouden; het doet me denken aan Gardia…. oftewel een potje darm ellende in Bolivia. Gelukkig is dat hier niet zo.
Het eten lijkt keurig…als vegetariër krijg ik als als eerste de maaltijd. Dan kan ik vervolgens ook als eerste in rust naar het toilet 😉
Waarom ik geen muffin maar broodje gezond krijg, is me onduidelijk. Op basis van de kaart had ik er eigenlijk wel op gerekend. Ach, er zijn ergere dingen.

Ik ben nu in de wolken: ’s nachts maak ik om 0:00 uur een foto van het digitale scherm….het is mijn verjaardag. Ik moet er wel mijn rugzak voor pakken waar mijn camera in zit, maar vind het zonde het niet vast te leggen. De kans is klein dat ik ooit weer op mijn verjaardag in het vliegtuig zit.

Ik bedank de stewardess voor mijn lekkere verjaardagsontbijt en krijg de felicitaties.

Zaterdag 19 maart
Het vliegtuig landt een half uur eerder dan gepland (11 uur i.p.v. 11.30 uur). Binnen een mum van tijd heb ik het gratis visum in handen, wat gepaard gaat met commanderende vragen als “Why you come here? To Jakarta, only for tourism? Do you have family here”? Ik vertel ook nog naar Bogor te gaan en dat mijn vriend hier nu werkt en vraag hem of hij het hoteladres wil, maar hij gelooft me. Het vliegticket moet ik wel laten zien.
Verderop wacht iemand met een bordje op iemand anders, die me erop wijst dat ik naar bagageband acht moet. De bagage is er vlot. De douane doet niets met mijn briefje waarop ik kaas, koekjes (stroopwafels), chocola (paaseitjes) en wijn heb aangegeven.

Ik loop de deur door waarachter Michiel vermoedelijk staat. Ik zie Michiel maar iemand links van me aan de balie roept me en ik loop erheen. Michiel lijkt niet enthousiast te reageren of door me heen te kijken. Ik joel even wat luider naar hem.
Het blijkt dat ik naar een taxibalie geroepen ben, terwijl ik dacht dat het om nog een controle ging, met vragen over welk hotel en waar ik verblijf.
Dat verklaarde ook Michiels blik; hij was verbaasd dat ik naar de balie ging en vroeg zich af wat ik daar ging doen.
Michiel vindt dat ik wat extra comfort verdien en bestelt een Silverbird taxi. Om 12 uur zijn we al bij het hotel.

Ik vraag me af of de kapsels van het personeel onder de kledingvoorschriften vallen. De achterste heeft half lang haar, met de punten licht naar voren gekruld. De voorste twee hebben beiden het haar opgestoken, waarbij alles inclusief de scheiding – in spiegelbeeld – gelijk is.
Het is vandaag wennen aan de hoeveelheid en hulpvaardigheid van het personeel, de eeuwige lach en de uitgebreide uithalen bij de begroetingen.

De airco op de kamer is stuk, wat een mooi aanleiding is om het gebak, dat Michiel gehaald heeft, in de lounge te nuttigen. We maken een opmerking dat we daar vast wel mogen zitten i.v.m. mijn verjaardag en of we een bordje mogen gebruiken. Zoals stiekem gehoopt, heeft dat een leuke uitwerking……hun team komt happy birthday zingen en twee taartjes brengen.

Omdat de airco stuk is, krijgen we een andere kamer. Het regent en onweert.

Michiel laat me de nabije omgeving zien en bij één van de in grote getale aanwezige overdekte winkelcentra, halen we voor mij een simkaartje, zodat we elkaar kunnen bereiken als ik op pad ben.

In een restaurant eten we heerlijke dim sum en tofu; een zachtere soort dan we gewend zijn. Met de opmerking dat ik het een heerlijk verjaardagsmaal vind, zaai ik verwarring. Men denkt dat ik iets wil met dimsum en halen er iemand bij die beter Engels kan. Die persoon wil wel wat voor me regelen, alsof ik iets voor mijn verjaardag vraag.

Dat is wel leuk, maar of hij het begrijpt is me niet helder en hopelijk komt er dan niet iets met vlees.
Dan komt er inderdaad een toetje en zingen ze “happy birthday”. Later dringt het door dat “lang zal ze leven in de gloria” opstaat. Hebben ze dat speciaal opgezocht, of is dat nog overgebleven uit het koloniale verleden?

Over de tofu die we aten:
– tofu, gefrituurd in gezouten eigeel; van binnen heel zacht, zoals mozzarella. Wat pepertjes erbij
– gebakken grote blokken tofu met soort zoete ketjap, gember, peper, knoflook, citroengras, cashewnoten. Super lekker.

Zondag 20 maart
Onthel – De oude fiets parade

Maandag 21 maart
De wekker gaat 7.45 uur en Michiel gaat zo werken. Ik heb heerlijk geslapen en heb tot nu toe geen last van een jetlag. Na het ontbijt wandel ik mee met Michiel naar de bushalte; ditmaal gaat hij de TransJakarta bus proberen i.p.v. met de taxi. Onlangs heeft hij dit samen met een collega gedaan. Uitdaging is vooral aan het juiste ov-chipkaartje te komen en niet iedereen spreekt Engels. De bus is mogelijk sneller dan een taxi en bovendien helpt hij de luchtvervuiling te beperken.

Als je naar buiten gaat, valt er een warme deken over je heen. En hier frisse lucht inademen….is onmogelijk. Een titel voor een fictief boek of mijn reisverslag komt in me op:  “Vlinders en zuurstoftekort in Jakarta of “ademnood in Jakarta”.

Ik vervolg mijn wandeling. Vooral bij de tienbaanswegen klinkt continu het geluid van verkeer; auto’s, brommers, toeteren en politiefluitjes. Vrijwel overal is hoogbouw; het is prettig dat ik er vanuit de hotelkamer op de 16e verdieping wel tussendoor kan kijken. En gelukkig is er het nodige stadsgroen, als tegenwicht voor al het asfalt; ook al schijnt de wegendichtheid hier vier keer lager te zijn dan in Parijs en New York. Bijzonder is een aantal mooie vlinders dat boven het groen fladdert.

Dinsdag 22 maart
KDM – Straatkinderen project

Woensdag 23 maart
Ik moet half 7 bij Andrea zijn, met wie ik mee kan rijden naar de locatie van de hiking. Ik kan per taxi of lopend, wat waarschijnlijk een half uur duurt, gaan. Ontbijten kan niet, omdat dat vanaf 6 uur kan.
Als ik opsta, na een matige nacht, zie ik dat Andrea gisteravond laat ge-sms’t heeft dat de wandeling geannuleerd is. De route is vanwege de vele regenval en de nog voorspelde regen, slecht begaanbaar.

Omdat ik nu wakker ben, ga ik eerst even achter de laptop, waarna ik weer lekker bij Michiel in bed kruip. Omdat de wekker van de telefoon niet afgaat, word ik pas rond half 11 weer wakker. Ontbijten kan niet meer, maar later op de dag kan ik weer dingetjes in de lounge eten.

De rest van de dag voel ik me wat gaar en doe ik, naast wat internetten en de krant lezen in de loungeruimte niet veel. Het is niet echt bevredigend. Morgen weer een kans.

Ik besluit Michiel lopend te halen. Ik neem ook zijn plu mee, want die is hij vergeten en is hier soms al handig voor een kort afstandje naar de bushalte.  Reeds bij de nabijgelegen rotonde constateer ik dat het inderdaad niet eenvoudig is om ergens heen te wandelen.
Ik zie een fietser, met een goed ogende fiets, stilstaan. Fietsers zijn hier sowieso een zeldzaamheid. Het maakt me nieuwsgierig en ik spreek hem aan. Het is Hendro, een gepensioneerde man en ervaren fietser. Hij gaat nu, aan het einde van de dag, toch nog naar kantoor om soms te werken. Hij komt vanuit het zuiden van de stad en moet nu nog 20 minuten verder.
Hij heeft fietsvakanties gedaan in Indonesië en van Amsterdam naar Venetië. In Nederland heeft hij een ongeluk gehad doordat er iets mis was met zijn bagagedrager, waarbij hij o.a. tanden verloor. Gedurende vijf dagen herstelde hij en vervolgens heeft hij vijf dagen rustig testrondjes gefietst alvorens verder te gaan.

Hij vraagt waarom ik hem aansprak. Dat is vanwege mijn bewondering voor en nieuwsgierigheid naar mensen die hier fietsen. En natuurlijk omdat ik er zelf van houd. Het blijkt dat hij ook lid is van de wereldwijde fietscommunity warmshowers.

Omdat Michiel mogelijk op mij wacht, stel ik voor om ’s avonds samen te eten en drinken. Dat vindt hij prima. Hij is nu eerst nog 20 minuten onderweg en is van plan een uur op het kantoor te werken. Hij geeft me zijn telefoonnummer.

Ik app Michiel en wandel door. Dat gaat goed. Ik moet wel scherp zijn op het verkeer, temeer men hier links rijdt. Als ik bij een gebouw -met een met plantjes begroeide muur- in de buurt sta app ik dat ik er ben. Het straatje oogt gezellig met de smallere straatjes dan ik onbewust had bedacht en met de straateettentjes. Ik denk dat ik me een grote weg had voorgesteld met luxe kantoorpanden van de overheid er langs.

Ik bedenk me dat ik Hendro even moet appen, voordat hij al klaar is met zijn werk. We lopen via de kantine op het terrein, waar Michiel o.a. soms de lekkere avocado-chocolade drankjes neemt, terug naar de bushalte. Bij de halte nabij het hotel wachten we nog even op een berichtje van Hendro of hij wil dat we door bussen richting hem om daar te eten of dat we dat bij ons in de omgeving doen. Hij komt richting ons. We eten intussen wat in de lounge.

We strijken met Hendro neer in het restaurant beneden en zoeken een plekje achteraan, zodat we zo ver mogelijk van een liveband zitten. Hij praat zacht en is soms moeilijk te verstaan. Zijn fietsreis in Europa en familie van zijn vrouw die in Nederland woont passeren onder meer de revue. Maandelijks trapt hij zo’n 1000 km weg. We spreken af dat ik dinsdag a.s. naar hem en zijn vrouw kom. Ik kan per trein komen waar hij me dan oppikt. Hij vraagt zijn vrouw om dan cassave of iets anders te bereiden.

Uiteindelijk komt het er niet van om hen nogmaals te ontmoeten:
In het weekend appt hij dat het zijn vrouw dinsdag niet schikt. Donderdag ook niet. Ik ben wel welkom bij hem. Maar dan word ik dinsdag ziek. Woensdagochtend gaat hij nog wel trainen bij het stadion nabij het hotel. Als ik die woensdagochtend app of hij nog bij het stadion is en dat ik fit genoeg ben om daarheen te wandelen, is hij al weg.

Pap is jarig en we bellen hem; skypen lukt niet, omdat hij in het bos is.

Het heeft vandaag niet geregend.

Donderdag 24 maart
Ik sta weer met Michiel op en dit keer reis ik met hem mee. Vandaag wil ik niet weer overdag binnen hangen. Als ik de buskaart meeneem, kan ik door naar het Nationaal Monument en pik ik eind van de dag Michiel weer op, omdat ik de ov-chip kaart bij me houd. Zodra we gaan zitten, zegt iemand iets tegen Michiel; het blijkt dat dit deel van de bus speciaal voor vrouwen is, dus gaat Michiel net buiten deze zone staan.

De bus passeert een rotonde met een vijver die ik in mijn gedachte tot “Hofplein” -uit Rotterdam-  om doop. Bushalte Monas ligt halverwege een lange weg die parallel aan het park met het monument loopt, terwijl de entree juist op een hoek ligt. De halte ligt wel gunstig voor wie het nationaal museum wil bezoeken.

Een Aziatische fietstour staat aangekondigd.

Het park is verrassend groot; het is een heel rustige en groene long. Er zijn weinig mensen en op een enkel brommertje na is hier geen verkeer. De zon schijnt en hier ben ik niet op voorbereid; het is een impulsief idee hiernaar toe te gaan. Een zonnebril, flesje water en zonnebrand zijn nu geen overbodige luxe. Ik gebruik mijn paraplu als zonbescherming, al helpt dat niet echt; ’s avonds blijkt mijn nek teveel verkleurd.

Ik word weer ontdekt als foto object.

Verder spreekt een man me aan, die regelmatig gidswerk deed, Nederlands spreekt en connecties heeft in Nederland. Hij noemt Venlo en de Urbanistraat -wat ik gemakshalve probeer te onthouden als Urbanusstraat- en als ik dat later nog eens opzoek in google-maps, blijkt Venlo een Urbanusstraat te hebben. De achternaam van zijn familie is iets met Groen en blijkt geen familie van mijn zwager. Hij heeft gewerkt met Campina en heeft in Friesland en Ede contacten. Kortom, het is niet alleen Amsterdam dat hij weet te noemen.
Hij zit vandaag op zwart zaad en vraagt of ik wat van zijn handgemaakte kaarten wil kopen. Dat doe ik niet, onder het mom dat ik gisteren al veel kaarten gekocht heb. Wel vraag ik zijn visitekaartje om hem als gids te kunnen tippen bij andere Nederlanders.

Diverse uitgangen zijn gesloten waardoor ik niet direct door kan steken naar de moskee en kathedraal.
Voordeel is wel dat ik nu langs een marktje in het park kom en water kan kopen. Dat kost me 5.000. Het wisselgeld, eveneens 5.000, is zodanig vies dat ik me afvraag of ik er nog mee kan betalen en daarom besluit ik bij dezelfde kraam nog een flesje water te kopen.

Er worden veel “souvenir” t-shirts met fietsen erop verkocht. Nog leuker vind ik de kleine fietsjes die verkocht worden. Men vraag 150.000. Ik twijfel, vraag of ik een foto mag maken, laat de prijzen noteren en zeg zaterdag mogelijk met mijn vriend terug te komen.

De man van de kraam ernaast vraagt 120.000 en zegt “discount”. Ik vraag hem wat de discount is. Hij maakt er 100.000 van. En wat als ik er twee koop; een dames- en herenmodel? 200.000 antwoordt hij, gevolgd door de vraag wat ik ervoor over heb. Ik speel het spel door en biedt hem 150.000.  Akkoord gaat hij nog niet, maar met de 170.000 die we overeenkomen, lijken we beiden tevreden.

Buiten het park langs, wandel ik via een watertje met wat kleine eettentjes, parallel aan het spoor – omgeving Jalan Veteran 1 – richting de Moskee. Er blijkt toch nog een hoek van het park geopend te zijn.

De Istiqlal moskee is enorm en tamelijk blokkig. Ik heb wel eens gekleurdere moskeeën gezien; ook de koepel is wit. Het verrast me dat ook hier een aantal personen met me op de foto wil. Via luidsprekers lijk ik meerdere preken te horen. Ik meen het woord “homosexual” op te vangen en mogelijk ook “lesbian” en “democratie”. Wat hierover gezegd wordt is uiteraard gissen.

Ik ga terug, zodat ik in het hotel nog wat kan schrijven. De komende dagen zijn aardig volgepland. Het is warm en de lucht lijkt te betrekken. De bushalte bij Gambir blijkt voor de tegenovergestelde richting te zijn. Ik word naar het station verwezen. Dat lijkt me wat spannend i.v.m. de hectiek die er vaak bij stations is, maar het valt mee.
Voor mijn gevoel reis ik eerst een blokje om; ik moet eerst naar Harmoni, waar de overstap langer is dan ik gewend ben. Op dit platformpje kun je via meerdere openingen op verschillende bussen stappen. Een meisje dat ik eerder iets vroeg over de weg, wijst me waar ik heen moet, ze moet dezelfde kant op.

Als ik in dezelfde bus stap, zegt een ander meisje dat ze me vanochtend ook gezien heeft in de bus. Ze geeft aan dat deze bus waarschijnlijk niet vergenoeg gaat. Als ik dat check, blijkt het te kloppen en ga ik eruit. Het wachten hier op de bus is bij drukte best spannend. Men staat zodanig, dat ik bang ben dat er mensen op de straat kunnen vallen.  Als de bus er is, voelt het als sardientjes in een blikje. Het eerste stuk van de route gaat traag, later vlotter.
Als ik iemand vraag of het halte Gelora is, wordt dat bevestigd en geeft diegene aan dat ik bij de middelste deur uit moet stappen. Waarschijnlijk roepen ze altijd om welke deur aan het perron grenst, maar is dat informatie die wij niet mee krijgen. Zo had Michiel eerder deze week dat een deur waar hij stond niet open ging; hij dacht toen dat de bus mogelijk niet juist stopte, maar waarschijnlijk zijn de perrons te kort en grenst niet elke deur aan het perron.

Veel mensen dragen een mondkapje, wat niet geheel raar is als je ziet wat hier aan verkeer rijdt. Al zijn de auto’s modern en mogelijk relatief schoon. De vele brommers waarschijnlijk niet. Misschien adem ik hier in twee weken in, waar ik thuis een jaar over doe, al heeft Utrecht ook geen schone lucht.

Rond half drie ben ik nabij het hotel en wandel via het stadionpark terug. Bij zebrapaden en verkeerslichten is regelmatig ook nog politie die helpt bij het oversteken. Bij kerken, musea en hotels is meestal beveiliging die o.a. tassen controleert. Bij de moskee niet. Een grote groep van de polisi (ja, politie) is aan het zingen. In de lounge smul ik fruit, broodjes, olijven en drinken. Daarna doe ik buikspieroefeningen en douche ik.

Ik bus naar Bendugan Hilir, twee haltes verderop, om Michiel op te pikken die vandaag bij zijn collega in het appartement werkt. Ik houd in de gaten welke deur aan het perron grenst. Het is onhandig als ik niet kan uitstappen en Michiel niet weet waar ik blijf, al kunnen we elkaar wel sms’en en bellen. Als ik uitstap is het voor mij nog onduidelijk vanaf welke kant Michiel aan zal komen wandelen, maar dan zie ik hem door het glas verderop op de loopbrug. Omdat ik hier niet hoef uit te checken, kan ik op hetzelfde saldo terug.

Vanavond gaan we met warmshowers-host Ricky, zijn vrouw (accountant) en kindje uit eten. Michiel heeft hem tijdens de eerste keer Jakarta (van dit project), in november al gezien en samen gefietst tijdens de autoloze zondagochtend. Hij bericht ons dat ze ons komen ophalen. Snel pinnen we nog wat bij. Hij vraagt waar we willen eten. We gaan graag uit van hun lokale kennis. Hij had al gevraagd of we traditioneel willen eten; dat is prima, mits het qua hygiene verantwoord voor ons is. De Singapore style waar hij het over had, zegt ons niets.
Mogelijk dat hij nu, mede omdat ik aangeef vegetarisch te eten, ergens anders met ons naar toe rijdt, dan hij eerst in gedacht had. We gaan naar Chinatown, wat nog een flink stukje rijden is; langer dan het duurt om te eten. Ondanks dat hij niet van autorijden houdt, kan hij het wel. Het inparkeren vraagt om de nodige vaardigheden, ook al staan er mensen aan te wijzen waar je moet gaan parkeren.

De nodige muzikanten, verkopers en bedelaars lopen hier buiten langs de tafels. We negeren ze; hier kunnen we niet aan beginnen.
Hij vertelt dat de bedelaarsdame met een kind op de arm, vermoedelijk niet de moeder van het kind is. Kinderen worden soms verhuurd om mee te bedelen. Hij vermoedt dat kinderen vaak gedrogeerd worden met een slaapmiddel en wijst ons erop hoe rustig het kind bij de vrouw op de arm ligt, in tegenstelling tot zijn kind dat na vijf minuten weer wil lopen. Triest.
Hij vertelt over bendes beroepsbedelaars; zij schijnen in een dorp te wonen in goede huizen. Afgelopen jaar was er een zwerver met heel veel geld in zijn rugzak. Vele mensen komen naar de stad in de verwachting hier geld te verdienen, wat niet iedereen lukt.
Ik kijk de mensen die langs de tafel komen niet aan, om te voorkomen dat ze langer gaan aandringen. Confronterend is het wel.

Ricky bestelt verschillende varianten noodles: als soep, minder natte variant, droog, enz. Ik geef aan dat ik wel om het vlees heen eet. Voor we het weten heeft Ricky al betaald. We hadden gedacht dat we misschien nog wat bij zouden bestellen. Hij staat erop dat hij betaalt.

Ricky heeft drie fietsen, waaronder een “turn” vouwfiets. De producent is familie van Dahon vouwfietsen. Hij hoopt in de toekomst een reis te maken en gaat misschien binnenkort al twee weken fietsen van Bali naar Jakarta. Zijn vrouw houdt niet van fietsen, zijn dochtertje is wel actief.

De huidige gouverneur behoort als Chinees-christen tot de minderheid. Dat verbaast me. Dat heeft ermee te maken dat hij vice-gouverneur was. En omdat de gouverneur president is geworden, is hij nu de gouverneur.
Sommige partijen zeggen dat hij geen moslim is en dat ze beter een corrupte moslim dan deze man kunnen hebben. De bevolking lijkt hem wel te accepteren. Hij heeft goede dingen gedaan zoals schoon water regelen, is niet corrupt, heeft niet altijd leuke boodschappen om te communiceren, maar is wel eerlijk.
I.v.m. overstromingen moest een groep mensen verhuizen. Hij had een goed alternatief tegen lage prijzen geregeld. De mensen waren niet tevreden, terwijl ze al jaren illegaal in het betreffende gebied woonden. Daardoor waren ze überhaupt niet gewend dat ze voor een woning moeten betalen.

Met zijn gemixte groep vrienden kan hij wel over deze onderwerpen praten.

In het hotel rennen we nog even naar boven om als dank voor hun gulheid stroopwafeltjes en fiets-labelstickertjes -om tabbladen mee te onderscheiden- te geven.

Misschien dat we komende autoloze zondag of op een avond nog een keer afspreken.

Het was een heel gezellige avond!

Vrijdag 25 maart
KDM – Straatkinderen project