Door de staten: New York – Massachusetts – Rhode Island

Dinsdag 8 mei : 91 km / hotel
Gisteren was er bij mij verwarring over de dat en datum dat ik terugvlieg.  Raar dat er een denkfout in geslopen was; hoe en wat het precies was, weet ik het fijne niet meer van. Is ook niet belangrijk, mits ik t.z.t. maar op het juiste moment op de luchthaven ben.

Ik heb matig geslapen. Ik wil tegelijk met Caroline vertrekken. Dat lijkt me wel zo handig en prettig i.v.m. afsluiten. Uiteindelijk vertrek ik toch een uurtje later, om 8 uur, en lever ik de sleutels in bij de portier. Caroline heeft me de route naar de Washington bridge uitgelegd. Helaas blijkt de zuidkant van de brug, met het fiets- en wandelpad, afgesloten te zijn. Eigenlijk is het niet zo gek de noordkant van de brug te nemen, bedenk ik me, omdat ik daarna zelf toch noordwaarts ga. Helaas zijn aan die kant een aantal steile trappen ingebouwd.

Aan het eind van de brug haalt Charles, 60 jaar, me in. Hij fietst van Californië naar Quebec en is inmiddels 23 dagen onderweg. Gemiddeld fietst hij 100 km/dag. We fietsen samen noordwaarts. Een jongen legt uit hoe we langs de Hudson kunnen komen om dan noordwaarts te gaan en later op de  9W-weg terecht te komen. Er zitten hele mooie stukken in de route. Alles is lekker groen, ik geniet van de bloesemgeuren, zie kleine eekhoorns en constateer dat de dorpsstraten anders zijn dan ik onbewust verwacht had. Er zijn haventjes en villa’s in diverse kleuren hout, zoals roze en paars. Charles heeft soms wat moeite met het idee dat dit niet de meest rechtstreekse route is voor hem en/of dat de route meer op en neer gaat dan hij wil. Dat heeft hij het sterkst als hij de bordjes ziet die je weer naar de 9W leiden.

Als we dat dat doen, blijken we voor een verkeerde afslag gekozen te hebben. Binnen 200 meter maant een politieagent vanuit de auto ons te stoppen en terug te keren. Het blijkt een highway te zijn, met 2 banen per rijrichting en een brede vluchtstrook. Overigens ervaar ik deze route als een stuk veiliger dan de dubbelbaans 9W voor Newburgh. Als we daar aan het klimmen zijn en de vluchtstrook daar voor langere tijd ontbreekt, vind ik het i.v.m. de drukte, de regen en het grote snelheidsverschil onverantwoord  hier te fietsen.  We fietsen min of meer in de regengoot waar ook glas ligt. Als je hier lek rijdt is dat een ramp. We zien te laat dat we hier beneden nog een deel van de 218 hadden kunnen volgen; tegen het verkeer in terug naar beneden gaan lijkt geen optie.  Dan zie ik een uitwijkplaats. We proberen te liften, al lijkt het voor pick-ups ook niet echt verantwoord hier te stoppen. In m’n achterhoofd is het ook nog een optie om de politie of een taxi te bellen, maar kom maar eens aan het nummer. Uiteindelijk, of beter gezegd, best vlot, binnen een minuut of 10 stopt er gelukkig een pick-up. Van blijheid werp ik door het open raam de man handkusjes toe. Bij Cornwall zet hij ons bij een motel af.

Charles vindt me regelmatig de goede keuzes maken. Het  lijkt zijn stopzinnetje van de dag, we grappen erover.

Eerder vandaag vraagt hij me wat ik tijdens mijn reis voor een hotel wil uitgeven. Ik denk aan €50-€70, althans ik meen dergelijke prijzen gehoord te hebben. Hij vraagt wat mijn max is. Ik geef aan dat het bij €50 sowieso goed is en dat als het meer is, ik het dan de moeite nog vind om verder te zoeken. Hij ziet een mooi motel waarvan hij zeker is dat ‘t al snel $140 kost en noemt hij dat hij dan wil bijbetalen, als een soort vader. Uiteindelijk gaan we nog door waarbij we in de zojuist beschreven onveilige verkeerssituatie belanden.
Eerder in de route laten we eenmaal een natuurfietspad liggen, omdat dat met de racefietsbandjes van Charles niet te doen lijkt. Op zich is op dat moment de route 9W nog wel mooi en oké. We hebben er deels zicht op flinke met riet begroeide stroken langs de Hudson.
Bij het Motel, waar we ons laten afzetten, eten we Mexicaans. Heerlijk. Ik mail nog even op Charles laptop. Het is nu bijna 21 uur met 91 km in de benen; totaal heb ik 295 km op de teller staan. Ik ben moe dus ga ik lekker lezen en slapen. Qua weer was het vandaag grotendeels goed. Ik heb in korte broek, fietsshirt en fietsjasje gereden. Eind van de dag heeft het geregend.

 

Woensdag 9 mei:  60 km / 9-16.30 (291-354 totaal teller)/ New Paltz: bij JJ La Marche thuis en zijn vrouw Belinda en hun kinderen Juston & Paul(Beetchie als bijnaam); met JJ ben ik op de luchthaven in contact gekomen.
Gisteravond rond half 10 ben ik in slaap gevallen en half 7 word ik weer wakker. Ik lees nog wat en sta een uurtje later op. Ik geef een brownie als ontbijt aan Charles. In de vroege ochtend heeft ‘t geregend, maar nu is het droog. Gisteren maakte de eigenaresse zich druk. Ze kwam met het verzoek of we, uiteraard ieder op onze eigen kamer, slechts één bed wilden gebruiken. Er staan twee 2-persoonsbedden in iedere kamer. Recalcitrant kwam de gedachte in me op de wekker te zetten en dan van bed te wisselen.

We gaan noordwaarts. Voor Newburgh is Dunkin Donuts Fastfood. We nemen hier wat en fietsen door over de 9W. Omdat we fietsers zijn, geeft de jongen ons 10% korting. Qua verkeersdrukte is het te doen en nu is er gelukkig wel een brede shoulder, oftewel  vluchtstrook.  Bij de McDonald eten we een ijsje. Ik bel JJ, de man die ik op de luchthaven heb ontmoet, we spreken 14.30 uur in New Paltz af bij het bicycle depot.

Vlak erna nemen Charles en ik afscheid. Het staat me bij dat hij nog een deel van het hotel en/of het eten voor me heeft betaald. Ik denk dat hij het gevoel heeft dat ik als jonge meid niet veel te besteden heb.

Ik ga westwaarts de 299 volgen. In New Paltz, wat oogt als een gezellig plaatsje, koop ik leuke postzegels. Het stadje is bekend om z’n colleges, dus zijn er de nodige studenten. Het is ook een favoriete plek voor stedelingen om tijdens weekenden te verblijven. De route naar JJ’s house is mooi en heuvelachtig. Een prachtig gebied. Morgen blijf ik hier hangen en gaan we hier de bergen in. We kletsen, eten een broodje, lopen een blokje om en ik bekijk zijn foto’s die hij gemaakt heeft in de Sahara. Hij gaat naar de fietsclub en ik schrijf intussen nog wat mailtjes.

Belinda kijkt ’s avonds geboeid een ijshockeywedstrijd. Hun hond heeft ‘s avonds z’n momentjes van opwinding en beweegt zich dan al wrijvend tegen een kleed aan.

We praten nog een tijdje. Belinda werkt als schoolhoofd van een basisschool met 700 leerlingen in New Burgh. JJ is met pensioen. JJ had een privéschool voor 40 leerlingen van 3-5 jaar oud. De school heeft hij een aantal jaar geleden verkocht. Hun jongste zoon is 18 jaar en gaat na de zomer het huis uit en gaat environmental science studeren. De oudste is 21 jaar en houdt nu een rustjaar en wil daarna binnen 2 jaar zijn universitaire studie engineer afronden. I.v.m. de afstanden, hebben ze hier allen een auto. New Paltz is op ongeveer 8 km. afstand.

Bij JJ en Belinda: uitzicht uit slaapkamer, de huizen in de buurt en hun eigen huis.

Donderdag 10 mei:  10.20-14.40 uur/ 37 km

Na een goede nacht, schrijf ik eerst wat kaartjes.

We gaan de bergen in en JJ blijkt een snelle mountainbiker te zijn. Zowel berg op als af gaat hem vlot af. Eén keer zie ik hem vallen, maar zit hij, als ik één keer met mijn ogen knipper, alweer in het zadel.  Dalend stuitert hij ‘t pad af en is in een mum van tijd een aantal bochten verder. We fietsen van pakweg 10.20-14.40 uur. Onze tocht gaat door de Shawanjunks mountains, langs Lake Minnewaska en Lake Awosting.

Onderweg krijgen we het over de uitspraak hier van diverse letters;
e–>ei ; a–>e; e–>i; j–>dje; g–>dji

Na de fietstocht schrijf ik de laatste kaartjes en gaan we met de auto naar New Paltz. Daar verdwijnen 16 kaartjes in de brievenbus. Ben benieuwd of de postbodes hier en daarna in Nederland nog steeds zo traag bezorgen als de laatste tijd in Nederland de gewoonte leek te worden. Toen kwamen verjaardagskaarten soms pas een week na verzending  aan.

In ‘t dorp wandelen we door de oudste straat met huizen uit 1700.

We rijden naar de fiets-wandelbrug over de Hudson; oorspronkelijk was dit een spoorbrug. Sinds 3 jaar heeft het deze functie en hiermee is het één van de langste fietswandelbruggen ter wereld. Morgen, als ik mijn tocht voort zet, zal ik er ook fietsen. Via een omweg -sightseeing- rijden we terug en zoeken we nog even het startpunt op van de railway fietsroad die ik morgen voor een deel kan nemen. Hongerig gaan we via een supermarkt huiswaarts. Het valt me op dat de kinderen van tafel gaan, terwijl de rest nog aan het eten is. Ik heb de indruk dat ze niets of in ieder geval niet veel hoeven te doen thuis. Al heb ik het vermoeden dat de oudste vandaag wel zelf zijn was gedraaid heeft.

De familie van JJ
JJ en Belinda hebben met een eend door Europa gereisd.
De familie is sportief. Ze doen aan hangliden (deltavliegen), road biking (racefietsen), klimmen, mountainbiken, hardlopen, frisbeeën en skiën. Iedereen van de familie doet wel iets daarvan. Belinda komt er vermoedelijk het minst aan toe.
Justin is een jaar vrij. Hij lijkt zich prima te vermaken met zijn vrienden, hangliden(ook als instructeur) en muziek maken. Beide jongens hebben een vriendin. Er staan hier 4 auto’s; JJ heeft er één aan Beetchie gegeven.
Het valt me op dat ze weinig eten, ik ben de grootste eter.

Vrijdag 11 mei:  11.15-20.00 uur / 107 km/ Race Brooks logging (Sheffield) $ 110
Ik sta rustig op en eet weer hetzelfde heerlijke ontbijt met tortilla met daarop bonenpuree, kaas en 2 spiegeleieren.
Het is vandaag heerlijk weer. De wind uit het noordwesten is fors en ik vermoed dat het 18-20 C is. Ik ga via New Paltz en volg daar een stuk railwailtrail die aansluit op de lange fietswandelbrug.
Ik experimenteer vandaag wat met mijn compact camera en het maken van filmpjes. Na de brug kom ik wielrenner John tegen. Hij helpt me naar de route 44. Wie fietsen ongeveer 20 km samen op . Hij werkt 3,5 dag voor IBM computers, heeft 3 uitwonende kinderen en 2 kleinkinderen.
Ik eet een broodje en bedenk me of ik de route 44 ga volgen of een andere route neem. Route 44 is me eigenlijk wat aan de drukke kant. De andere route is mogelijk te heuvelachtig. Dat gecombineerd met de wind en de wens morgen bij de warmshowers familie in Pitsfield te zijn, maakt dat ik toch voor route 44 kies.
Tijdens mijn stop roept Shirly Garlfield wat ik hier doe. Ik babbel een tijdje met haar. Ze werkt met volwassen gehandicapten en woont in Amenia. Ze heeft banen, bij de dagbesteding en zelfstandig wonen.

Via de kaart met een stukje van de Atlantische Coastroute erop, kom ik erachter dat van Amenia naar Millerton de railwailroad “Harlem Vally Rail Trail” loopt.

Heerlijk om ongeveer  10 mijl (16 km) over deze trail te fietsen. Aan ‘t eind vraag ik aan een enthousiaste vrouw waar ik ben. Het kan zijn dat deze route verder loopt en dat ik ergens anders ben dan ik denk.  We praten even, zij geeft aan dat ze in de toekomst wellicht ook meerdaagse fietstochten gaat maken.
Ik fiets ‘t dorp Millerton in. Bij de bibliotheek vraag ik naar de overnachtingsmogelijkheden in deze regio. Slik….de enige lodging hier kost al snel meer dan $200. Ze verwijst nog naar een boekwinkeltje, waar ik ook naar de mogelijkheden informeer. De klanten denken mee. Helaas volgt er geen uitnodiging bij iemand thuis te komen overnachten. Wel noemt men nog dat Race Brooks logging (Sheffield)  mogelijkheden heeft. Daarvan zouden de prijzen rond de €100-160 liggen lees ik op de website. Vanuit de bibliotheek pleeg ik een telefoontje; er wordt doorgeschakeld naar het antwoordapparaat. Ik waag de gok, erop vertrouwend dat ik wel iets vind. Eventueel dan maar een dure overnachtingsplek, ik heb tenslotte ook veel gratis overnachtingsplekken, dus hoef ook weer niet al te krenterig te zijn. Ik fiets door een gebied dat me doet denken aan het Gooi, de “kak” van de regio, met dorpen als Lakeville en Salisbury. Hier zitten rijke New Yorkers. Ik vermoed dat ze hier een tweede huis hebben.

Route 41 is mooi, rustig en gaat door een groen golvend landschap. Het is in die zin geen straf dat ik vanaf het verlaten van Millerton rond 18.30 uur nog 20 km moet fietsen.
Mooie, grote huizen staan hier. Een deel staat te huur. Soms rijdt er een auto langs, soms zie ik licht branden of een auto bij de huizen staan. Er is hier gelukkig leven, dus het komt vast goed een overnachtingsplek te vinden. Een man is aan het grasmaaien….toch eens vragen. Ik blijk op steenworp afstand van de lodging en het restaurant te zijn.
Op afstand verraden de lichtjes de plek waar ik moet zijn. Het bestaat uit mooie rood geverfde oude houten gebouwen. In m’n fietsklofje slof ik het restaurant binnen. De receptie van de lodging blijkt in het gebouw erachter te zijn. Dus ik hoef ‘t volle, gezellig ogende restaurant verder niet door.
Het was de moeite waard om vanaf Millerton hiernaar toe te fietsen, er heerst een leuke sfeer.

Michael is een hartelijke man. Er is ondanks de drukte van de schoolkinderen en/of de ouders nog een kamer van $110 beschikbaar. Ik moet nog even teruglopen om de werking van de douche na te vragen. Het blijkt een uittrekknopte zijn, die je moet draaien. Ik ben maar liever voorzichtig, temeer JJ vertelde dat een vriend van hem, bij hem de doucheknop had gesloopt, omdat je daar de waterkraan van het bad moet trekken om de douche werkend te krijgen.
Dat wist de beste man, logischerwijs niet en die heeft toen de temperatuurknop kapot gedraaid.

Na een aantal keer water gedronken te hebben, ontdek ik blauwe deeltjes in het water; is dat koper, lood, roest? Ik vertrouw het niet en besluit  m’n vocht in het “huiskamerdeel” bij de receptie aan te vullen. Ik raak aan de praat met twee moeders. Hun kinderen zitten hier op de “boardingsschool”, oftewel een soort kostschool. Eens in de 2-6 weken zien ze hun kinderen. Het is de highschool; kinderen gaan hier na het 2e jaar, dus ongeveer vanaf hun 15e naar toe. Er komen kinderen van over de hele wereld, het is internationaal.  Ze delen de kamer met een roommate. Er bestaan zowel jongens- als gemixte boardingsscholen. Ze geven aan dat het onderwijs hier kwalitatief beter is. Leerlingen worden voorbereid op de universiteit. Van 19.30-21.30 moeten de jongeren verplicht huiswerk maken. Internet en telefoon werken dan niet.
De moeders geven me nog wat tips, zoals ‘t bezoeken van de “Shakersgemeenschap” in Pittsfield. Het is daar wel vooral op de toeristen gericht. In Main is misschien nog een gemeenschap actief.
Het schijnen puristen te zijn. Ze maken alles zelf en hebben geen elektronica. Man en vrouw leven gescheiden, kinderen worden geadopteerd.

Rond 23 uur duik ik m’n bedje in. Het is een grappige, lage en knusse kamer. Via een buitentrap bereik ik mijn kamer. Michael maakt me duidelijk dat het de sappen van de denneboom zijn, en geen vogelpoep, die de trap zo vies doen lijken. Lezen lukt me amper nog, mijn oogjes vallen dicht.

 

Zaterdag 12 mei; 11.30 – 15.30 uur /52 km/ Pittsfield warmshowers David Martin

‘s Ochtends lees ik nog even alvorens het rijkelijke ontbijtbuffet aan te vallen. Muffins, cruesli, toast met pindakaas en gebakken ei.  Ik eet aardig wat, omdat het zo lekker is. De glaasjes grapefruitsap smaken eveneens goed. Zo nog wat fruit nemen.
Ik zie een baby eekhoorn; schattig om te zien. Gisteren schoot er ook al één voor me langs.
Wat aanspraak betreft kom ik tot nu toe niet tekort. Er is altijd wel iemand die een kort of lang praatje maakt.

Hopelijk ga ik weer een mooie fietsdag tegemoet. Qua weer wordt het vermoedelijk de beste dag; een blauwe lucht met stralende zon en droog. Rond half 12 stap ik op de fiets. Van Greg van de Lodge krijg ik de tip via route 183 te rijden. Daar ben ik blij mee, temeer ik later nog ‘t laatste stukje van de route 7 rijd, alvorens af te slaan naar warmshowers David Martin, en die route 7 blijkt niet fijn te zijn.

Tot die tijd is ‘t goed te doen. Het is glooiend en alles is mooi groen, het is een heerlijke lentesfeer. Het doet me denken aan Limburg, als ik ‘t zou moeten vergelijken. Onderweg kom ik nog een lokale “artesania – planten” markt tegen.

Als ik van route 7A de route 7 oprijd, blijkt dit een drukke 4-baans weg zonder vluchtstrook te zijn. In een bushokje eet ik eerst brood om me op te laden. Op sommige momenten dringt  m’n kwetsbaarheid door;  ‘t drukke verkeer, gecombineerd met afdalingen, soms slechte stukken wegdek of ‘t risco dat ik schrik van overstekend wild of honden, kunnen me dan bang maken. Om 15.30 uur kom ik aan bij Anne en David. Ze leven in een zogenaamde ranch, oftewel een bungalow. Het is een gelijkvloerse woning, al is hier ook een grote kelder waar de logeerkamer, het washok – wat een grote machines hebben ze hier staan- en de speelruimte voor de kinderen (meisje van 17 en jongen van 14) te vinden zijn.
In de tuin is een grote trampoline en een zwembad. De kinderen heten Jacob (14 jaar, ook wel Jack genoemd) en Jacqueline (17, jaar en afgekort Jackie).

Als ik goed en wel onder de douche vandaan ben en kleding heb gewassen, stappen we in de auto naar zijn ouders. Morgen is het moederdag. Vandaag komen daar z’n 2 broers en zus met partner en nog een enkel neefje, nichtje, oom en tante langs. Iedereen heeft wat te eten meegenomen. Ook dit is een ruime bungalow met een soort serre en een lange tuin die uitkomt op ‘t water. De familie heeft hier in ‘t zomerseizoen een speedboot liggen. De mensen zijn vriendelijk al zijn ze niet allemaal mijn types. Ze zijn wel nieuwsgierig naar deze fietser en de landen die ik bezocht heb. Tijdens deze reis het vaak, zo ook hier, dat men vertelt over het fietsleensysteem in Washington en Boston.  Dit systeem komt binnenkort ook in New York.

David en zijn broer hebben eens op één dag naar Cape Code(Matha’sVineyard) gefietst, dat was zo’n 300 km.  In ‘t verre verleden heeft hij ook 2 grote tochten gemaakt.
Rond 20 uur zijn we weer terug. Ik vraag me af hoe nauw David het neemt met drank en rijden. Van tevoren kwam het nog ter sprake in het kader van het fietsgebruik in Nederland, o.a. dat fietsen een voordeel is als je een feestje hebt en wat drankjes wilt nuttigen. Fietsen in de V.S. is puur recreatief.

Ik beantwoord nog wat mails. Helaas loop ik een bezoekje van een Canadees koppel aan mij thuis,  mis. Zij fietsen reeds 19 maanden rond en wilden via warmshowers bij mij komen. Echt jammer.
Ik hoop dat ik deze zomer nog wat aanvragen krijg en mensen kan ontvangen. Dat zou tof zijn. Ik mail zelf nog wat warmshowersleden voor de komende dagen; ben benieuwd.  Helaas krijg ik niet altijd reactie en nu is ‘t wel heel last minute vanuit mij. David kijkt nog mee naar de route en ik krijg zijn fietskaarten. Verder moet en zal ik nog wat mountainbike-stunt filmpjes zien dat hij op internet vindt. Het is 23 uur als ik ga lezen en mijn ogen sluit ik een uurtje later. M’n boek “In 7 sloten” van Astrid Harrewijn heb ik nu uit.

Zondag 13 mei: Northampton / 11.30 – 17 uur / 75 km/ warmshowers Adam & Priscilla
Gisteren bij de familiebijeenkomst vroeg David en de anderen of ik nog iets van een gun of pepperspray bij me heb, onder het motto dat iedereen dat heeft. Ik weet niet wat ik ervan moet geloven. Al weet ik van JJ uit New Paltz, dat dat niet klopt. In ieder geval begin ik er liever maar niet aan.
Vanochtend vertelt David me dat hij de naam “Astrid” niet kende en een jongen op de stoep had verwacht.
Ik check nog een keer mijn mail en ben blij te lezen dat ik vanavond terecht kan bij Adam & Priscilla, warmshowershosts in Northampton. We ontbijten quinoa met walnoot en rozijnen.

Eind van de ochtend stap ik op de fiets. David fietst nog een stuk met me mee, zodat ik op de route terecht kom. Van te voren wordt zijn fiets nog even gepoetst en die ziet er spik en span uit. Of dat nu echt komt omdat hij de fiets goed onderhoudt weet ik niet, of zou hij gewoon weinig fietsen? ‘t Afscheid is een beetje raar. Hij geeft wel aan langs een vriend te gaan die gisteren iets gebroken heeft bij een fietsongeluk met een hond. Het is blijkbaar het tweede ongeluk dit jaar voor hem, de vorige keer was met de auto. David slaat linksaf en zegt gedag. Dat is het; geen hand, hug of whatever.
Kort erna haalt hij me in, de vriend was niet thuis. Soms versta ik z’n Amerikaanse accent niet, maar hij blijkt gezegd te hebben dat ik op eigen tempo met bepakking kan klimmen. Hij gaat ervan door. Dat is prima, weer alleen fietsen.

De route is inderdaad wel goed te doen. Meestal zijn er wel vluchtstroken. Ik plof neer in een grasveld om te lunchen en eet brood en de koeken die over waren van “Mothersday”. Hier vliegen een apart soort insekten die een klikachtig knirsp geluid maken. Bij een leuk soort boerennatuurwinkel met restaurantje tap ik water. De zachte warme wind streelt mijn huid. Ik heb twee keer een lange klim, maar er zijn zeker ook afdalingen. Ik probeer dan goed scherp te zijn.

Om 17 uur arriveer ik, Adam (rond de 45 jaar) en Priscilla zijn er niet. Ze nemen de telefoon niet op. Ik besluit in de zon in de tuin te zitten en te gaan schrijven. Dan zie ik later wel verder. Een kwartiertje later komen ze aanrijden, terug van hun bijenterrein. Ook hier in de tuin houden ze bijen.
Hun huis en tuin ogen gezellig en ruim. Er staat een soort kas, dat tevens een zitje is. De kas in iglo-vorm is van binnen begroeid met tomaten, zodat je er tevens in de schaduw kan zitten.  Naast 2 auto’s hebben ze in de schuur diverse fietsen en motoren staan. ‘s Avonds komt Andy, een vriend van hun, ook eten. Bij hem staan de andere bijenkassen. We eten meloen en tacochips met een heerlijke dipsaus van couscous, tomaat, olie en peterselie.  Daarna volgt heerlijke mais, die ze buiten grillen met citroen, zout en chilipepertjes eroverheen.  Gevolgd door pasta met groene asperges en erwten met daarbij een salade van graan, druiven, walnoten en amandel. Er volgt weer een stukje meloen toe. Heerlijk allemaal!

We babbelen over van alles.  We krijgen het o.a. over goede doelen. Zij proberen er maandelijks $25 aan te besteden. Daarbij steunen zo o.a. projecten, waarbij ze zelf de mogelijkheid hebben waar ze hun geld aan kunnen uitlenen. Dat bedrag moet dan terugbetaald worden, wat ze dan weer aan een ander project kunnen uitlenen. Ze geven altijd aan bijen- en fietsprojecten.

Gisteren was hier in Northampton een gayparade. Dus ik had eigenlijk eerder moeten komen als ik het stadje actiever had willen zien. In Northampton wonen vooral lesbiennes. Dat komt omdat er scholen zijn waar alleen meiden komen. Achter Adam en Priscilla wonen al drie lesbienne gezinnen.
Massachusetts is liberaal. Het westelijk deel is nog liberaler en Northampton nog meer. Men is hier dus open-minded en tolerant ingesteld.
Northampton is een educatiestad. New England is bijv. een marinestad, enz.
Northampton is ook bekend om de zwarte beer. Die eet ook bijen. Omdat zij bijen houden, moeten ze de beer daarbij weg zien te houden, anders komen de bijen niet terug.

Het is duidelijk dat Adam en Priscilla heerlijke culinaire dingen in elkaar weten te brouwen. Ik krijg nog een heerlijk drankje; ijsbokjes gemixed met citroen, munt en suiker. Als ontbijt eten ze soms quinoa met avocado, honing en amandel.

Priscilla werkt 1 dag met Andy en bijna 4 dagen op een studie me 12 mensen en heeft daar diverse (administratieve) taken.  Adam werkt in een bibliotheek. Daarnaast geeft hij soms op de zaterdagen motorveiligheidslessen. In het verleden werkte hij ook partime. Ze vinden het nu prima fulltime te werken en meer te verdienen,  maar fulltime werken wil hij niet altijd blijven doen.  Verder gaat het over de zwarte beer die hier voorkomt en hij 3x gezien heeft. Adam is niet bang dat hij weer komt, omdat ze aan 3 kanten van de tuin hekken hebben en de beer daarmee geen doorgang heeft. Deze regio en stad is duur. Dat komt mede omdat de overheid grond koopt om te beschermen als natuurgebied. Het gaat inmiddels om 20% van de grond. In de V.S. is de Mexicaanse invloed groot, ongeveer 25% van de bevolking stamt af van de Mexicanen. Northampton is een relatief blanke stad. Het voelt als een vriendelijke, ontspannen stad.

Maandag 14 mei/ 9-19.30 uur/ Southbridge/ 86 km
Ik geniet van een heerlijk ontbijt met dikke pannenkoekjes met kwark, banaan en maple, ook wel bekend als ahornsiroop. Dit wordt gemaakt van sap uit de stam, de houtvaten,  van de Esdoorn.
Ik vertrek  tegelijk met Adam en Priscilla. Het verbaast me dat Priscilla voor 1,5 mile naar haar werk de auto pakt. Al heb ik dat al vaker meegemaakt bij fietsers van warmshowers. Fietsen wordt vooral recreatief en niet voor woon-werk, boodschappen doen e.d. gebruikt. Hij tekent uit hoe ik via een opening in het hek achter de Mc Donald op de Norwottucktrail kom. Deze gaat naar Amherst en is 11 mile, dus bijna 18 km lang. Regelmatig schieten kleine eekhoorntjes voor me langs. Dat zal nog een keer misgaan in dit eekhoornland. Al hoop ik dat niet! Het is een heerlijk rustig pad, ik doe rustig aan. De rust is fijn en ik ben nog niet helemaal vooruit te branden.  ‘t Miezert een beetje.

 

Aan het eind van de trail weet ik niet waar ik ben op de kaart, maar er stopt een vrouw. Zij, Kathly, doet me denken aan de buurvrouw van Rinnerts moeder . Het is een vriendelijke vrouw. Ze is met haar vriendinnaar de gay-games in Amsterdam geweest in 1980/1990.
Ze heeft een 2 weken durende fiets-boottocht gedaan in Nederland, iets wat Andy (de vriend van de warmshowers hosts afgelopen nacht) ook wil doen. Ze kent Delft, Den Haag, Texel en Madurodam.

Ze legt me de route uit en ik heb weer eens een visitekaartje te pakken. Met de fietskaart van David lukt het me vandaag rustigere wegen te vinden. Dat is lekker. Het is tamelijk vochtig weer, wèl is het droog geworden.
Het doet hier denken aan de omgeving Soest met de grote, ruime villa’s in het bos. Bij een winkeltje, Pakistani genaamd, hoor ik dat ‘t vrijmarkt is in Brimfield. Mogelijk zijn de wegen daar wat drukker.

Ik twijfel wat over de route. Het lijkt me leuk langs het plaatsje “Holland” te gaan, maar ik weet niet of dat me vervolgens het zoeken van een geschikte route met kans op een overnachtingsplek, bemoeilijkt. Ik rijd wel wat om. De lucht is al een tijdje aan het betrekken en later moet ik schuilen. Dat doe ik onder de luifel boven de brievenbussen die bij een stacaravan park staan.

Inmiddels gaat het wel lekker. De route die mogelijk drukker zou zijn i.v.m. de vrijmarkt is gelukkig rustig. In Brimfield zie ik inderdaad veel tenten en kramen staan van antiekmarkten, maar het terrein is nu uitgestorven. Ik val een heerlijk bord friet aan; super.

Rob, een jongen die me aan m’n ex-vriendje Pieter doet denken komt de snackbar binnen. Hij is enthousiast over mijn fiets. Hij ratelt over alles wat hij van fietsen weet. Merken, materiaal als carbon, 29 inch fietsen. Niet alles is te volgen.Hij is de eerste persoon hier die de naam “Astrid” kent, want hij is in Noorwegen geweest. Hij werkt voor Apple in Boston. Ik heb een tweede visitekaartje te pakken vandaag. Ik bewaar ze niet. Ik heb al veel fietskaarten te sjouwen als extra bagage. De visitekaartjes zijn dan wel klein en licht, maar ik doe er verder toch niets mee.

Ik maak de omweg via Holland en krijg een grijns als ik uitgerekend hier een molen zie. Verder staat er een kleine bibliotheek van 100 jaar oud dat destijds al als bieb is gebouwd. Ik neem er een kijkje en kruip nog even achter een PC. Adam had zijn motorvrienden gemaild voor me, voor een overnachtingsplek,  en er is nu een aanbod om in Brimfield langs te komen logeren, dat ik net voorbij ben. Er staat wat vaag bij “only for you”; wordt daarmee bedoeld dat alleen Adam of ik mag bellen? En ook een aanbod in Rochdale wat 30 km verderop is. De weg ernaartoe lijkt me minder aantrekkelijk en gaat weer noordwaarts. Het is weer een moment dat ik keuzes moet maken. Het is zo vriendelijk van ze dat ze al die moeite doen…..toch bedank ik vriendelijk voor het aanbod. Dit omwille van de tijd, de route en ook mijn vermoeidheid van het te gast zijn. Naast dat het heel leuk is, kost dat ook energie.

Op weg naar Southbridge spreek ik nog een gepensioneerde politieman.Hij werkt als vrijwilliger in een openluchtmuseum, vermoedelijk gaat het om Old Sturbridge Village, een stukje terug op mijn route. Hij biedt me voor morgen een kosteloos privé rondleiding aan. Ik heb nu niet het 3e visitekaartje, maar wel het 3e telefoonnummer van vandaag van iemand te pakken. Ik zeg hem vanavond te kijken naar mijn plannen voor de komende dagen en zal hem bellen als ik hier gebruik van wil maken.

‘t Is nog zoeken bij Southbridge. Soms laat mijn oriëntatiegevoel en inschatting van afstanden me even in de steek.
Bij Vienne?), bij een hotel/B&B, op advies van een politieman lijkt niemand aanwezig. Ik fiets naar een bibliotheek, waar iemand een hotel weet. Als ik aankom, vrees ik voor de prijzen bij dit grote hotel – conferentieoord. De $125 en met de tax erbij $140 valt me mee. Het is zonder ontbijt. Ik geniet nu van de rust en vrijheid na alle leuke ontmoetingen. Ik eet nog wat restjes brood, snoep wat, doe een wasje, bekijk de kaarten en ga douchen. Het is tegen half 12 dat mijn oogjes dichtvallen.

Dinsdag 15 mei 2012/ 12-15-17.15 uur/omgeving Greenwich/ 76 km

Rustig sta ik op. Ik eet nog wat oud brood op. Bij de bibliotheek zoek ik informatie over hostels in de regio op, die er niet blijken te zijn en kijk ik naar warmshoweradressen in dit gebied en een geschikte vervolgroute. De bibliothecaresse is me iets te hulpvaardig. Ze komt met een aantal boeken met fietsroutes e.d. Er is ook een handige site. Jammer alleen dat de kaarten zoals die ik van David had voor Massachusetts niet voorhanden zijn voor dit gebied. Een informatiecentrum is er verder ook niet, dat zou wel praktisch zijn. Chaggie kom ik naar buiten; ik ben weinig wijzer geworden van de informatie en het surfen. Ik ben wat geïrriteerd  door de tijd die ‘t kost leuke routes in combinatie met overnachtingsmogelijkheden te vinden. Bij de Donuts haal ik wat te eten en wat zoetigheid. Ik ga op pad, het is inmiddels begin van de middag. Al snel begint het te druppelen. De regenjas gaat aan om de rest van de dag ook niet meer uit te gaan tot het motel. De kaart lijkt nog goed genoeg om mijn route op te kunnen bepalen, totdat ik onverwacht bij een kruising kom zonder wegnummers. Ik draal rond en voel me te opgelaten om een auto te laten stoppen om informatie in te winnen. Uiteindelijk is dit misschien niet erg, omdat ik nu bij West Glocester mogelijk sneller de route 94 te pakken heb dan anders ‘t geval geweest zou zijn. De regen zet door en het belooft dat dat ook nog wel een tijd door zal gaan.

Ik ben vlot doorweekt en moet ook nodig plassen wat ik vooral merk als ik stop om de kaart te lezen. Ik verheug me al op een droog onderkomen. Het is nog een verrassing waar; want hier door het golvend bosgebied lijken slechts wegen aanwezig. Er zijn wel de nodige huizen, maar het lijkt aan voorzieningen te ontbreken.  Ik denk dat ik op West Warwick ga koersen. Dan kom ik een camping tegen. Ik vraag een man naar de eigenaar van de camping en vraag hem eveneens of hij weet of hier op de camping of in de buurt overnachtingsmogelijkheden zijn. Ik krijg een cola en hij gaat bellen. Gelukkig zou 7 miles verder een motel zijn. In ‘t troosteloze, druilerige weer, beter gezegd regen, ga ik met nieuwe energie verder. Ik zie een Donutshop en check de mogelijkheden. Als het Motel niets heeft kan ik naar Hope Valley. West Warwick is inmiddels gepasseerd station. Het motel blijkt om de bocht. Hier is een cliché simpele motelkamer voor me.  Ik leg mijn spullen te drogen, neem een hete douche en spoel wat kleren uit.
Ik ga niet eten in een hier vermoedelijk wel aanwezige fastfoodtent, heb geen zin om als dame alleen hier aandacht te trekken. Maar de muffins, kaasstengels en bagels die ik heb, zijn ook voedzaam.

Voor morgen hoop ik op beter weer en anders in ieder geval donderdag. Volgens iemand, was het nu Adam of Andy die dat benoemde,  is ‘t hier meestal afwisselend 3 dagen goed en dan weer 3 dagen slecht weer. Het zal me benieuwen. Ik heb net het bed bekeken. De slopen zien er niet heel fris uit. Ik hoop dat er geen kakkerlakken e.d. zijn. Maar goed, een alternatief onderkomen zou ik hier sowieso niet weten. Het klinkt alsof het nog steeds regent, tenzij het de goot is die het geluid veroorzaakt. Een gezellig oord is dit niet, maar ik hoop wel het beste voor nu. Luxe en gezelligheid hoeft tenslotte ook niet altijd. Ik denk dat ik morgen rechtstreeks op “New London” afkoers en daar de bootmogelijkheden uitzoek. En verder ook kijken of er reactie is van een warmshoweradres op Long Island.

 

Woensdag 16 mei 2015/ 10 – 16.30 uur/ Groton/ 67 km

Ik heb een wat gare nacht van 21-8 uur achter de rug. Wel lang, maar ik ben vaak en veel wakker. Ik voel me hier toch een wat minder op mijn gemak, met mijn deur aan de achterkant van het motel op de begane grond, direct grenzend aan de parkeerplaatsen. Al ben ik ook blij dat ik onderdak heb. In mijn dromen en tijdens het half wakker zijn, begeef ik me in een wereld van vlooien, kakkerlakken, heb ik geen vertrouwen in de chauffeurs hier, zijn er vliegende apen en olifanten op de weg. Waar dat laatste vandaan komt…..mogelijk dat herinneringen van mijn Fietsreis jaren terug in Thailand opborrelen; daar zag ik olifanten, maar dan in een rivier of park.

 

‘t Regent weer, dus hijs ik me weer in mijn regenpak. M’n kleding is nog nat. Ik haal nog een Milky Way en druivensap. Het is me een vraagteken waarom aan die sap een kauwgomsmaak moet zitten. Bij Donut Dunkin haal ik nog twee meergranen bagels. Gelukkig kan het regenpak vrij vlot weer uit. Koud is het niet. Zou het bericht van een vriend dat hij hoopte dat het goede weer vervroegd zijn entree zou gaan doen, zo vlot werken? Onderweg maak ik nog foto’s en fiets toch ook nog 35 km tussen 10 en 12 uur.

In Westerly vind ik een heerlijk en gezellig eettentje waar ik een heerlijke lunch bestel van twee wraps gevuld met humus, spinazieblad, gele en groene courgette, groene asperges en champignon. Daarbij nog heerlijke frieten en een lekker potje pepermuntthee. Een lekkere voedzame hap; dat is extra welkom na twee avonden minder goed gegeten te hebben.  Ook fruit eet ik momenteel te weinig.

In de bieb check ik snel mijn mail. In de bibliotheken hier kan je kosteloos gebruik maken van internet. Ik heb geen zicht op de fiets en het is hier een grotere plaats, dus houd ik het kort.

Het is het einde van een schooldag bij een Highschool; een deel van de leerlingen vertrekt met de schoolbus, een ander deel rijdt zelf per auto. Het blijft vreemd, het op deze leeftijd al beschikken over een auto. En vaak nog een grote ook.

Ik maak een ommetje langs Stonington en ga door naar Mystic.

De rest van de dag is het droog en in dit gebied met inhammetjes langs de kust, is het nu mistig. Het zijn wel grappige plaatsjes. Richting Groton wordt het helaas drukker. Ergens staat wel een bordje met een fietsroute-bikepath naar links, maar ik heb geen idee waar dat dan naartoe leidt. Vaak houdt dat zomaar ook weer op. Dat stoort me hier toch wel.

Bij een tankstation vraag ik hoe ik de snelwegbrug over kan komen, waar het vertrekpunt is van de ferry die ik morgen wil nemen en waar ik een hotel vind. Ik krijg het advies hier in Groton een hotel te zoeken, in New London schijnt het crimineler te zijn en de hotels hier in Groton goedkoper en veiliger.
Ik volg het advies op en ga naar het aangewezen hotel Super 8. Er hangen drie wat vaag uit hun ogen kijkende mannen buiten. Ze zijn wel vriendelijk en geïnteresseerd, maar wat ze hier in en rond het hotel uitvoeren, is de vraag. Vertrouwen doe ik ze niet echt. Na een douche eet ik Fou Youn, lijkt op Fou Young Hai. Ik ben verbaasd dat het bruine i.p.v. rode saus is. Het restje Chinees dat ik overhoud neem ik mee; dat is morgen lekker als lunch. Richie, iemand in het hotel, zoekt nog voor me uit hoe het met de ferry zit en hoe ik er kom. Hij adviseert me een taxi te nemen. De brug raadt hij af i.v.m. het verkeer. Verder maakt hij ook nog een banaal “aftrek” gebaar, wat ik volgens mij moet interpreteren als dat er ook slechte types rondlopen.

 

Avondje bespiegeling
Mijn gedachtes gaan over de fietstocht hier, die er bijna op zit. Het fietsen hier vind ik niet geweldig. Wel is het een fijn idee dat ik sportief bezig ben en het is lekker buiten te zijn. De ontmoetingen via warmshowers zijn leuk. Iets in de cultuur hier trekt met niet echt; sowieso niet het feit dat het zo ingericht is op auto’s. In mijn andere reizen kwam ik natuurlijk ook plekken tegen met veel autoverkeer. Misschien is het verschil dat in andere landen meerdere soorten vervoersmiddelen rond rijden, wat het afwisselender maakt. Men verplaatst zich dan lopend, per fiets, ezel, brommer, auto, trein en bus. Hier, buiten de stad New York,  zijn het met name de auto’s en de schoolbus die het straatbeeld domineren.  Verder is het aanbod restaurants hier niet bijzonder; met veel Mexicanen in het land had ik hier wat meer van verwacht. Ik mis gezelligheid langs de wegen, als bijv. terrasjes.
Neem Thailand dat soms ook grote wegen heeft. Daar had je meer type verkeer. Verder deden het klimaat, de geuren en de cultuur daar veel; logisch ook, met een cultuur die anders dan ik gewend ben.  Hier in de V.S.  rijdt men met de auto langs het raampje van een fastfoodketen om eten af te halen. Verder is landschappelijk gezien deze regio voor mij niet bijster interessant. Het is een mengeling van bossen, als bijv. bij Soest en heuvels zoals Limburg, maar dan uitgestrekter. Wel was ik positief verrast over de diverse stukjes fietspad over o.a. oude spoorlijnen.

Op Rhode Island vind ik de mensen minder geïnteresseerd overkomen. Rond Groton moet ik het maar wat uitzoeken. Hoe je de brug overkomt weet men niet, ook niet in het hotel, dat er vlak naast ligt.
Ik bel nog even met een vriend. Om 21 uur lig ik lekker te lezen. De wekker staat 6.15 uur zodat ik de boot kan nemen.

Donderdag 17 mei/ 7.20 -17:00 uur/ New York/warmshowers Caroline
/30 km

In mijn bespiegeling van gisteren gaf ik de eenzijdigheid van het vervoer in de V.S. aan. Vandaag wordt dat beeld direct ontkracht.

Een dagje variatie
Groton-haven: taxi- 10 min
Ferry: 1 uur- 10 minuten
Fiets: 100 minuten (30 km)
Lift Pickup: 10 minuten
Trein: 13.21-16.11 uur, waarvan een kwartier per bus
Metro: 15 minuten
6.15 uur….een schreeuwend alarm van mijn telefoon wekt me. Als ik vlot een boot wil nemen, is het handig vroeg te vertrekken. Ik prop in de ontbijtzaal wat muffinachtige broodjes naar binnen en check nog snel mijn mail. De vrouw van het hotel zegt dat ik de voetbrug kan nemen en niet naar het advies van Richie te luisteren. Maar niemand kan precies uitleggen hoe ik er dan kom. Ik besluit dan toch een taxi te bellen.
Het is een irritante chauffeur die amper bereid is te helpen. De fiets past niet. Het hotel en de chauffeur zeggen dat Harry Driver geen trucks (pickups) heeft, in tegenstelling tot het bericht gisteren van de taxi-centrale, toen Richie hun belde. Ik heb net besloten dan toch te gaan fietsen als er een andere taxi het terrein oprijdt van hotel Super8.  Blijkbaar weet hij al wel over mij, dat ik een taxi zoek waarin ik de fiets kan meenemen. Hij vraagt nog wel waar ik heen moet, maar ik heb de indruk dat hij al wel op de hoogte was van de fiets. Hij wil het voor 20 dollar wel doen en is behulpzaam. Ik zorg dat ik het geld alvast apart houd, zodat hij straks de verdere inhoud van mijn portemonnee niet ziet en ik hopelijk later geen gedoe krijg dat hij mogelijk toch meer geld wil.

En zo sta ik 7.40 uur in de ticketoffice van de ferry en kan ik mee met de ferry van 8 uur. Ik zit alleen op ‘t open dek  in een heerlijk zonnetje. De anderen zitten binnen. De vaartocht duurt 1 uur en 20 minuten dus voor half 10 ben ik aan de overkant op Long Island. Ik breng een bezoekje aan het toilet, vul de waterfles en bekijk treinfolders. Dat laatste is maar goed ook; de laatste trein uit Riverhead westwaarts blijkt  13.37 uur te vertrekken. Het is vermoedelijk zo’n 50 km fietsen, dus is het verstandig wel wat door te fietsen, zodat ik voldoende tijd heb voor route zoeken, lunch en eventuele tegenslagen. In het begin is het tamelijk rustig, later wordt het drukker. Gelukkig zijn er meestal brede vluchtstroken. De lucht is strakblauw, de zon schijnt en het landschap staat mooi in bloei. Ik zie wijngaarden en er worden asperges verkocht. Het is hier platter.

In één keer is mijn band plat. Tsja, leuk is dat nooit, maar op zich is het nog wel een goede plek hier, met een flink grasveld als werkruimte, droog en in de zon.  En er is ook verkeer, mocht ik hulp nodig hebben. Een blik op de band leert me dat een spijker m’n band doorboord heeft. Als ik de band na het plakken oppomp, komt er toch nog onvoldoende lucht bij. Ik had al het idee dat er twee gaten bij de spijker zouden moeten zitten, omdat het er dwars doorheen gegaan leek, maar toch zag ik die tweede over het hoofd.
Daarna vult de pomp de band wel tot 4 bar, maar loopt de band kort erna alsnog leeg. ‘t lijkt te sissen bij het ventiel. Als dat de oorzaak is, betekent het mogelijk dat de binnenband vervangen moet worden. Een klusje waar ik naar uit zie…niet dus.

Snel regel ik een lift, zodat ik de trein kan halen. Dat is wel het voordeel van dat hier veel pickups rond rijden. Ik heb al gelezen dat er i.v.m. werkzaamheden deels bussen ingezet worden. Ik ben benieuwd of de fiets mee kan. Ik reis voor een deel met een Jamaicaanse vrouw die sinds januari in NewYork – The Bronx woont. Ze werkt sinds kort bij een oude dame op Long Island; 2 weken op en dan 2 weken vrij. Ze woont bij een nicht.
De chauffeur van de bus is zeer vriendelijk. Achterin is een laadklep met een perfect plaatsje voor m’n fiets. Het doet me aan een geldtransport wagen denken. Daarna is het weer verder per trein naar Pennstation. Op dit chaotische station vind ik, nu ik het systeem en de weg hier ken, nu zeer snel mijn weg. Wel zo handig, nu ik het achterwiel zo min mogelijk wil belasten en die dus nu wat optil bij het verslepen naar de andere metro.
De portiers van de woning van Caroline hebben geen telefoontje van haar gehad dat ik haar huis in mag (huis 14-O), maar één van hun kent me, zodat ik wel naar binnen kan. Snel ga ik weer m’n band bekijken.
Een aantal bewoners dat net hun fiets in de kelder van het complex parkeert, geeft me al tips voor fietsenmakers. De conciërge van het pand dringt zich wat op en wil m’n wiel er al uithalen en zegt dat ik naar bewoonster Malla moet luisteren en naar de fietsenmaker moet gaan.  Goed bedoeld, maar met de Rohloff naaf en manier waarop het wiel in mijn frame vergrendeld zit, ben ik huiverig de fietsenmaker met iets onbekends op te zadelen.
Ik probeer het  toch nog een keer zelf. Het lijkt erop dat één van de plakkertjes van vandaag los is gegaan.
Ik ben benieuwd of morgen de band er nog goed uitziet. 4 bar erin pompen durf ik nu niet aan. Ik hoop dat ik met deze band thuis kan komen om dan thuis de binnen- en buitenband (te laten) vervangen. Met Caroline maak ik een groente omelet en eten en drinken we gezellig even op haar terras.