Vrijdag 8-2-2013
Vliegen naar Holguin
Gisteravond ben ik naar Joyce gereisd in Amstelveen. We blijken beiden op opvallend geel gekleurde fietsen te rijden. Joyce op een mountainbike met een bonte verzameling fietstassen en ik op een reisfiets met de nogal cliché Ortliebs. We hebben nog niet samen gefietst; tijdens de vakantie blijkt dat ze een zeer sterke fietser is.
Vanaf hier kunnen we vanochtend vroeg naar Schiphol reizen.
We laten ons afhalen door een taxibusje; voor de deur is het spekglad.
Onderweg krijgen we via Arkefly meer consumpties dan ik verwacht had. Er vindt nog een ontsmettingsronde plaats, alsof we ongedierte zijn 😉
Bij aankomst lopen we via het trapje het vliegtuig uit, de warmte in en het vliegveld op. Hier mag je over het vliegveld lopen. Direct zien we een foto van Castro. Het is duidelijk, we zijn in Cuba. We vragen een stempel in ons paspoort. Later bedenk ik me dat ik dan mogelijk de V.S. niet meer in kan reizen. Ach, dat is dan maar zo. Deze souvenir heb ik binnen.
We zetten de fietsen in elkaar, onder belangstelling van medewerkers, die, als ik het me goed herinner ook nog even de helpende hand toereiken. We fietsen onze eerste km richting de stad en belanden in een leuk hostel dat we vooraf geregeld hebben. Direct vallen de kleurrijke huizen en oude auto’s ons op; we zijn in fotogeniek Cuba. We gaan de stad in.
Zaterdag 9-2-2013
Holguin
Een fietstaxi chauffeur laat zich nog uit over regime. Eerst was Fidel aan de macht, nu broer Raul. Ik meen dat hij het nu niet beter vindt.
We zien een fietsenmakertje, waar opa aan de fietsen klust, in het bijzijn van zijn kleinzoon. Bij een ijswinkel staat een flinke rij mensen voor de deur.
We komen langs een overdekt sportveld dat schaduw biedt bij de zonnige dagen. Verderop trainen soldaten op de trappen van een heuvel met zicht op de omgeving. Boven spreken we nog andere vakantiefietser. We wisselen een deel van onze meegenomen Euro’s; een pinpas en creditcard kan men hier niet gebruiken.
Zaterdag 9-2-2013
Gibara
We fietsen naar de kustplaats. Soms heb ik last van een kuch. Langs de weg staat een reeks herinneringsborden.
Het is een leuke casa met mooie tuin. We horen dat er een bootje de baai over gaat. We kunnen dus per boot oostelijk doorsteken i.p.v. dat we een deel terug moeten van de route vandaag, om dan de weg oostwaarts te nemen.
Zondag 10-2-2013
Guardalavaca
’s Ochtends is er een fikse hagelbui. We nemen het bootje, het is wat onstuimig.
Een fiets met houten zadel staat naast onze stalen rossen op het bootje; men is hier inventief. Het schijnt dat Fidel ten tijde van de energiecrisis in de jaren 90 iedereen een fiets heeft gegeven. Helaas ontbreekt het aan onderdelen en materiaal om goed onderhoud te kunnen plegen.
We vervolgen onze weg over een onverhard pad richting Potrerillo.
Een paard en wagen passeert ons. We gaan richting de kustplaats in het noordoosten.
Onderweg zien we bussen geparkeerd staan….niet zomaar bussen; het zijn de bussen uit Nederland uit mijn jeugd.
Vandaag sta ik een aantal keren overgevend door het hoesten langs de weg.
”Hola todo buen?”……..”Ah mas o menos” 😉
Het is even zoeken naar een overnachtingsplek. De fietsen kunnen binnen en in een eenvoudige ruimte, à la schuur, eten we het maaltje dat men voor ons heeft gekookt. Met de eigenaar wandelen we naar naar het strand. Hij doet met ons een aantal salsapasjes. Joyce grapt dat ik hem leuk vind; wel… mijn smaak moet ze nog leren kennen.
’s Ochtends zwemmen we nog in de zee. Hier leert Joyce dat ze beter niet met een zonnebril op kan gaan zwemmen. Het is één van de dingen die ze deze vakantie helaas verliest.
Maandag 11-2-2013
Banes
We gaan op weg richting Banes. Onderweg ontmoeten we Simon, een fietser uit Canada. Gezamenlijk fietsen we verder. Ik ben niet fit en heb verhoging. Balen. Heb geen idee hoe dit verder gaat lopen; ben huiverig voor een longontsteking. Ik wil Joyce niet ophouden. ’s Nachts heb ik 39,1 koorts.
We overnachten bij een gezellige familie. Er woont ook een oude man – flink op leeftijd- met een vrolijk blik en tandeloze mond. We eten een heerlijk maal; bonensoep, rijst en salade, frietjes en voor Simon en Joyce vlees. Ze hebben placemats met daarop foto’s afgebeeld van andere (mogelijk zelfs Nederlandse) vrienden en toeristen.
Dinsdag 12-2-2013
Sagua de Tánamo
Taxi i.v.m. ziek
Omdat ik niet fit ben, ga ik per taxi verder. Joyce en Simon fietsen samen en we zien elkaar vanavond weer. Simon heeft voor vanavond een reservering. Wij bellen dezelfde locatie, maar kunnen niet reserveren omdat het vol is. Simon stelt voor dat we er wel allen heen gaan. Hij heeft een 2 persoonskamer en er kan vast wel iemand op de grond slapen.
Joyce gaat vanochtend eerst nog met de jongens van de taxi naar het centrum, op zoek naar een nieuwe zonnebril.
Onderweg vragen de chauffeurs mij waar Joyce is; zij zou nog moeten betalen voor het ritje naar het centrum. Onderweg komen we ze tegen. Ik zeg haar snel mompelend – zodat ze het niet kunnen volgen- dat ze nog geld van haar verwachten, maar besluit me er verder niet in te mengen. Het is ongemakkelijk omdat ik nog met hen door moet.
Joyce schijnt vanochtend wel aangeboden te hebben wat te betalen, wat niet nodig was. Nu willen ze toch geld. Simons Spaans is goed en hij geeft hun nog wel aan wat hij ervan vindt. Joyce betaalt nog wat en wij vervolgen onze tocht.
Op de plek waar Simon een reservering zou hebben, krijg ik te horen dat we niet kunnen overnachten. Ook Simon niet. Deze locatie is alleen voor de lokalen. Ze geven aan dat ze dat Simon ook gezegd hebben. Vreemd.
Of, bedenk ik me nu, jaren later, zou zijn Spaans zo goed zijn en zijn naam niet vreemd, dat ze door de telefoon niet door gehad hebben dat hij een buitenlander is.
We vragen waar in de regio mogelijk wel iets is. De chauffeurs zullen verder moeten rijden, dus ik noem hen uit mezelf wat ik hun zal betalen, in de hoop dat ik hen voor ben en ze niet heel veel vragen. Dat gaat niet geheel op, ze vragen toch meer dan mijn eerste bod. Ik zal toch verder moeten, dus ga ik akkoord.
In de genoemde plaats vraagt de chauffeur naar een overnachtingsplek en we vinden iets. Ik heb de indruk dat het niet een geheel legale plek is. Waarschijnlijk overnachten wel eens vaker mensen hier, mogelijk lokalen. Ik denk dat het niet rendabel is voor de eigenaar een officiële Casa te starten; in het oostelijk gebied zijn minder toeristen en dit plaatsje is niet de meest interessante overnachtingsplaats.
Mijn vermoeden komt voort uit het feit dat hij zegt water voor mij te gaan halen, als ik vraag waar ik dat kan kopen. Ook worden we gevraagd de ochtend erna voor 8 uur te vertrekken, al gebeurt dat dan wel weer open en bloot op straat, zonder geheimzinnigheid.
De chauffeurs onderhandelen met de eigenaar. Ik versta niet alles, maar heb de indruk dat ze provisie van hem willen, omdat zij hem nu 3 gasten leveren. Het zou me niet verbazen als ze hem wat onder druk zetten, omdat hij waarschijnlijk niet geheel illegaal werkt.
Ik meen dat ik Joyce en Simon al heb kunnen informeren dat we op zoek moesten naar iets anders. De chauffeurs zullen ongetwijfeld Joyce en Simon tegenkomen als ze terugrijden en zullen hen informeren waar ik ben. Later komen de chauffeurs terug om Simon te brengen; waarschijnlijk omdat hij de dagafstand anders te lang zou vinden. Joyce wilde wel graag doorfietsen. Het is al wat later als ze er nog niet is. Het blijkt dat ze tweemaal een lekke band gehad heeft door plakkers die loslieten.
Ze heeft wel van een mooi stukje vakmanschap kunnen genieten; een bedrijfje heeft door verhitting van de band, deze kunnen repareren. We eten gezamenlijk in de Casa.
Woensdag 13-2-2013
Baracoa
Taxi i.v.m. ziek
Ook vandaag ga ik per taxi. Het is jammer, maar als ik de mooie, oude wagen zie staan is dat een troost. Het is een bijzonder exemplaar.
Dit is een fijne chauffeur en het is ontspannen. Hij draait lokale muziek; vrolijk en zonnig, alsof ik in een roadmovie beland ben.
De chauffeur doet me denken aan mijn wiskundeleraar de Jager in Assen. Onderweg koopt hij bij een stalletje een lokale lekkernij. Het ziet er mooi uit; ik neem het mee. Volgens mij heb ik het uiteindelijk niet opgegeten; niet wetend hoe het zat met de houdbaarheid.
De route loopt deels langs een aantal nationale parken; tropische wouden. Landschappelijk gezien één van de mooiere delen van onze reis. Graag had ik dit ook met de fiets ervaren. Gelukkig is het onverhard en rijden we niet heel snel, waardoor ik nog volop van de omgeving kan genieten.
Overigens is er op de route ook een deel minder fraai. Er staan borden dat foto’s maken verboden is. Waar en wat het precies was, weet ik niet, maar ik vermoed dat het de vervuilende ertsmijnen geweest zijn.
Onderweg moet de motor gekoeld worden m.b.v. rivierwater.
Vlakbij Baracoa is er nog controle; men vraagt waarschijnlijk wat voor (chauffeur) werk mijn bestuurder doet.
Via de achtercabine, waar mijn fiets ligt, kijk ik door de achterruit wat er gebeurt. Ik hoop maar dat hij niet in de problemen komt; de regels ken ik niet. Ik kan het niet volgen.
Ik zoek een Casa; meestal te herkennen aan een uithangbord. Ik herinner me dat ik onderhandel en dat ik het in eerste instantie duur vind. Later realiseer ik me dat ik het bedrag mogelijk verkeerd verstaan heb; dat voelt ongemakkelijk, want het blijkt juist goed betaalbaar te zijn. We blijven hier een aantal nachten.
Baracoa
Donderdag 14-2-2013 en vrijdag 15-02-2013
Baracoa is een aangename plaats. We zien winkels waar je eten op de bon kan kopen. Luxe goederen koop je in de duurdere winkels waar je met de toeristenpeso’s betaalt. Vaak kun je hier apparaten kopen, maar ook zeep behoort al snel tot de luxe goederen. En als je meer eten wilt kopen dan je via de bonnen kunt kopen, zul je dat ook in de duurdere winkel moeten doen.
De eigenaresse, Martha meen ik, raadt me aan gemberthee te drinken i.v.m. het hoesten. Het duurt even voor ik begrijp wat “jengibre”, wat klonk als “gingibre” en waar ik eerst vooral om in de lach (of passender gezegd in de “giechel”) schoot, omdat ik het maar niet verstond.
Ze laat ook een grote vrucht zien, waarvan de naam me ontschoten is.
Simon is naar Cuba gekomen om Maria te bezoeken, een Cubaanse. Hij heeft het verdacht veel over haar. Het is Valentijnsdag en we besluiten anoniem een bosje bloemen voor zijn deur te leggen. Joyce haalt in het centrum de bloemen. Ik leg de eigenaresse uit waarom we de bloemen daar neerleggen; zij is onderdeel van dit complot. We hebben dikke lol.
Simon denkt inderdaad dat het van Maria kan zijn. We vinden het sneu en vertellen het hem maar snel, voordat zijn romantische beeld te ver doorschiet. Hij vat het wel positief op; later op de dag komt hij met chocolade hartjes voor ons terug.
Aan de kust staat een beeld van Columbus. Langs de rand van de stad zien we landbouw.
Dagtripje richting Playa Bariguá (voor Yumuri)
Vandaag fietsen we in de omgeving. Dit is een goede test voor mij. Ik vind het nog wel pittig, zeker als ik een heuvel op moet. Joyce fietst verder dan ik. Ik voel me gespannen.
Bij een meertje raak ik aan de praat met een man. Hij zegt dat hij kan zingen en start een lied. Ik word uitgenodigd bij een huisje aan het meer, waar hij zingt en gitaar speelt.
Een aantal jonge knullen zitten erbij. Als ik vertrek wandelen de jongens met me mee. Twee van hen hebben een fiets, de derde niet. Die derde, van 18 jaar, biedt mij zijn ring aan. Haha, wat zit hier achter. Ik accepteer deze ring niet; ook niet, of is het juist niet, op Valentijnsdag. Geen idee of dat een aanleiding is. Het zou kunnen dat hij wat van me wil; dat hij hoopt dat ik hem wat schenk?
De jonge knul maakt ook een opmerking “vind je het niet zielig dat hij geen fiets heeft; wij wel”. Wie weet hopen ze dat ik mijn fiets hier achter laat. Overigens een gedachte die vooraf wel in mij opgekomen is; of ik mijn reisfiets mee zou nemen of een iets minder degelijke hybride, die ik dan achter laat. De rijkdom die men op Cuba soms ziet, komt ongetwijfeld door contacten in het buitenland; veelal Cubaanse familie in de V.S. Ik heb de indruk dat men hier in het oosten armer is dan in het midden/westen waar meer toeristen komen.
De pech voor hen is dat ze niet in de buurt van de luchthaven wonen…want een deel van de producten die toeristen mogelijk best willen achterlaten, zal men vaak nodig hebben tot het einde van een reis. Overigens heb ik mijn reisfiets meegenomen en die gaat wel weer mee terug naar Nederland.
Via de huishoudster van ons Casa kunnen we een familie bezoeken die koffie maakt. Via de stad en de wijken wandelen we hierheen. Leuk is dat we op deze manier ergens terecht komen, waar we zonder de contacten hier, niet achter gekomen waren. Onderweg kopen we een doosje sigaren als souvenir; ongetwijfeld zijn die in het westen in de tabaksregio Vinales, beter.
Het blijkt een familie waarvan een deel doofstom is. Bijzonder dat mee te maken. Ik vraag me af of dit puur een erfelijkheidskwestie is, of dat er mogelijk ook sprake is van inteelt.
Naast het branden en malen van de koffie, staan er ook nog andere planten in de tuin en houden ze varkens. Ik zie hier onder meer de “jengibre”.
Als dank kopen we een pak koffie en doen we een bijdrage voor deze privé rondleiding.
Zaterdag 16-2-2013
Campisimo Yacabo Abajo
Vandaag geen taxi, ik ga weer fietsen. Ik wil graag eerder starten dan Simon en Joyce. Zij zijn namelijk sterker en ik vind het niet fijn achter te hangen. Bovendien is het eerst vooral klimmen. Op dit stuk, zowel bergopwaarts als afwaarts staan de nodige waarschuwingen voorzichtig te zijn.
Vlakbij de top halen Joyce en Simon me in. Hier komen we ook een wielrenner tegen die we even spreken.
Na de afdaling volgen we de zuidkust. We zien een soort bungalowpark. De huisjes zijn volgeboekt, maar we kunnen hier ieder een tentje huren. Omdat Cuba vrijwel geen campings kent en wildkamperen verboden is, hebben we de tent thuis gelaten. Bij het toiletgebouw zie je de voor hier typerende creatieve oplossingen; een deksel bij de prullenbak was blijkbaar gewenst maar ontbreekt, dus is er zelf één uit karton vervaardigd.
Joyce heeft last van een pijnlijk oor, wat steeds erger wordt. We gaan naar de EHBO’er van het park. Een bezoekje aan een ziekenhuis lijkt noodzakelijk. We worden door hen naar Imías gebracht. Joyce vraagt of ik niet liever ga zwemmen. Nee, dat komt een ander moment wel. Ik ga mee; het gaat duidelijk niet goed, dus ik laat haar niet alleen gaan, geen sprake van. Bovendien spreek ik wat Spaans. Ze heeft een flinke middenoorontsteking te pakken. Er wordt een injectiespuit te voorschijn gehaald. Ik vraag of het schone naalden zijn. Cuba staat bekend om zijn goede gezondheidszorg, tegelijkertijd zijn niet alle spullen in het land voorhanden door de boycot.
We willen het ziekenhuis betalen, maar dat willen ze absoluut niet. Dubbel hoor…wetend dat we iets van hun mogelijk karige voorraad materiaal gebruikt hebben. Er volgt een ritje naar de apotheek voor aanvullende medicijnen. Hier mogen we wel betalen. Van de toeristenpeso’s die we tevoorschijn halen, vallen ze bijna stijl achterover; dat is voor hen waarschijnlijk een maandsalaris (20 Cuc= €17). Het bedrag moet in lokale peso’s betaald worden. Die hebben we eerder ook kunnen bemachtigen, o.a. handig voor bij lokale ijskraampjes. De kosten zijn hiermee slechts rond de €0,70.
We trakteren de EHBO’er en bestuurder op ijs, als dank voor de rit. Gelukkig accepteren ze dat wel.
Wat voor injectie Joyce exact gehad heeft weten we niet, wel dat het superspul is. Amper terug, lijkt de pijn al verdwenen. Vanaf de camping wandelen we zo het strand op en neem ik nog even een duik in de zee.
’s Nachts worden we wakker. Of het een luide vrijpartij was of een bevalling weten we niet…..Simon en ik houden het op het eerste.
Zondag 17-2-2013
Guantanamo
De route loopt langs de kust en bananenplantages. De bussen die hier rijden zijn vaak tot vrij hoog dicht, met bovenin dan open vensters.
Bij een strandje worden Joyce en ik in beslag genomen door de mooie stenen en stukken koraal die hier liggen. Hier vermaken we ons een tijdje met fotograferen.
Apart idee nu vlak langs Guantanamo Bay te fietsen, waar het leven minder zonnig is.
In Guantanomo kopen we een lokale delicatesse op straat; waarschijnlijk zijn het maisballetjes. Ons verblijf heeft een mooi dakterras.
We slenteren door het stadje en drinken een koffietje in een café.
Op een terras komt Simon zijn naamgenoot tegen.
Maandag 18-2-2013
Santiago de Cuba
Onderweg bij La Maya nemen Joyce en Simon koffie. Op een straatmarktje haal ik pindarepen, die zijn lekker voedzaam. De snelwegen zijn hier rustig; je kunt gerust even stilstaan.
Later nemen we softijs. Dat durven we wel aan, omdat hier continu ijs verkocht wordt. We betalen dit met de lokale munt, wat erop neer komt dat het vrijwel gratis is.
Simon is soms te goed, in de zin dat hij graag trakteert. Hij geeft hier ook de voor hem wildvreemde kinderen een ijsje. Wij vinden dat niet zo handig; dit kan ook als gevolg hebben dat het bedelen bevorderd wordt.
Tot nu toe, als er gebedeld wordt, is dat meestal om nuttige goederen, zoals onderweg een keer om zeep gevraagd werd. We geven Simon aan hoe we hierover denken.
Onze tocht gaat langs suikerriet plantages. Regelmatig zien we posters, teksten en afbeeldingen van Fidel Castro of Che Guevara.
Via de snelweg rijden we de stad in. Het is een brede, tamelijk rustige weg. Ook een hooiwagen begeeft zich op deze weg.
Simon had al een reservering. Voor ons is hier geen plek. We begrijpen dat hier andere fietsers komen overnachten. We zoeken ze de dag erna even op. We worden doorverwezen naar een andere locatie. De mondelinge marketing werkt.
Dinsdag 19-02-2013
Santiago de Cuba
We slenteren door de straten in de buurt van onze Casa.
Vandaag bekijken we het stadje verder en gaan we op onderzoek uit hoe we met de bus richting de 4 steden in het midden van Cuba kunnen komen.
In een grappig winkeltje met prullaria is zelfs een hebbedingetje uit Nederland te krijgen; een voetbalplaatje. Een bar is “El Holandes” gedoopt.
Vanaf een dakterras van een restaurant hebben we mooi uitzicht over een deel van de stad. Bij een plein spreken we nog een Cubaan die wat woordjes Nederlands spreekt. Joyce koopt een andere zonnebril, de eerder hier gekochte bril, bevalt haar niet.
Soms zie je bij de entree van winkeltjes (iemand met) flessen water en een teil staan. Ik vermoed dat dat met hygiëne maatregelen te maken heeft. Na ongeveer een week met Simon opgetrokken te zijn, scheiden hier onze wegen weer.