Deel 2 – Oostenrijk – Slovenië: Wenen – Kamnik

Zondag 24 augustus
Wenen-Mönichkirchen
Ik kijk rustig de trein (7.48 uur) na, bekijk de kaart en als ik perron afloop spreek ik nog een Zwitsers stel dat hier per motor gaat reizen en net met de autotrein aangekomen is. In eerste instantie laat mijn oriëntatie me even in de steek, omdat ik op de Mariahilfer Straße de verkeerde kant op rijd.
Het lukt tamelijk goed om met de ingetekende route op de stadskaart de rand van Wenen te bereiken, daar is het nog wat puzzelen en doorkruis ik eerst de minder interessante bedrijfsterreinen.

De poep niet opruimen, betekent een boete.

Modling, waar ik na 25 km rond 10.30 uur ben, is een leuk plaatsje met gezellige terrasjes, die op zondag ook open blijken te zijn en vandaag goed bezocht worden. De zon schijnt, het is een fijn sfeertje.
Ik moet weer eens nodig naar het toilet; dus het bordje “openbaar toilet” stemt me blij:-)

Ik zie nog een bordje richting Gumpoldskirchen voor de fiets, maar ben die snel kwijt; fietsers wijzen welke parallelweg ik kan nemen. Maar al vlot zit ik toch op de rode, dus grote, weg. Deze is echter met groen aangeduid op de kaart, wat meestal duidt op een route door een mooie omgeving. Het is er niet druk. Ik zie boven een afslag door de wijngaarden en wandelaars weten met te vertellen dat ik daar ook naar beneden naar Gumpold kan en weten me goed uit te leggen waar ik de Euro velo 9 kan oppakken. Inmiddels staat er 31 km op de teller.

Een fietser geeft aan welke kant ik op moet voor de richting Wiener stad. Later komen we elkaar nog even tegen; hij heeft ergens wat gedronken en ik heb hem ingehaald. Hij vindt dat ik snel fiets; tja, ik heb conditie opgedaan. Inderdaad haal ik op het begin van dit  traject, waar de nodige fietsers zijn, iedereen in. Zij zijn veel relaxtere types dan ik 😉

De Oostenrijkers vind ik open; als ze zien dat ik iets bekijk op de kaart of iets lijk te zoeken, gebeurt het regelmatig dat ze vragen of ze kunnen helpen. Anders dan Tsjechen, begrijpelijk ook, omdat de taal minder snel een probleem vormt. Daarnaast speelt vast ook de cultuur, met al dan niet communistische invloeden, een rol in de houding van mensen.

 

Het is rond 13.15 uur als ik na 60 km in Wiener Neustadt ben, het 1e doel dat ik had gesteld voor vandaag. Natuurlijk ga ik door. Inmiddels is het bewolkt, maar aan het eind van de avond kan ik toch concluderen dat het sinds tijden de eerste regenloze dag is.

Het landschap is mooi en afwisselend. Vanaf Gumpold gaat de route parallel aan het riviertje rechts van me en verderop rechts zijn nu echt de bergen in zicht; dat belooft later nog wat. In de buurt van Wiener Neustadt voelt de route wat afgelegener in de zin dat ik vrijwel niemand tegenkom en het iets ongezelliger oogt.

Wel is het een grappig opvallend stukje natuur, dat hier doet denken aan een zand en heideachtige omgeving, al ontbreekt de hei zelf. Later slinger ik steeds verder het Alpenlandschap in.
Opvallend vind ik dat de meeste Oostenrijkers hun honden goed bij zich houden als ze me zien aankomen; de angst voor honden straalt natuurlijk van me af. Een hond die zacht geroepen werd en niet reageerde, krijgt zelfs een ferme tik…

Vanaf Seelenstein staan meer informatieborden langs weg en zijn er toeristische voorzieningen. Ik zie een “Fahrradterras” net onder me; de mensen zie ik niet, maar ik hoor de trompet “hoempapa” muziek. Het is vast gezellig, maar het trekt me niet hier neer te strijken. Ik zie nu ook hoe de Velo 9 route tot Mönichkirchen loopt; het plaatsje werd al vanaf 40 km van tevoren aangekondigd maar ik kon het niet vinden op mijn kaart. Het is een klein plaatsje dat op de provinciegrens ligt. Dat verklaart waarom het al van verre aangegeven werd. Ik zie dat de Wechselpas hier in buurt loopt, dus dat is een voorteken dat daar ergens geklommen moet gaat worden. Grappig dat rond Grimmenstein langs het fietspad af en toe bankjes staan met steeds 1 speeltoestel erbij, zoals een wipkip, mandschommel, hangmat e.d.

IMG_5412

Ook kom ik ergens op straat een quiz over het gebied tegen; een paneel met luikjes met daarop vragen. Het juiste antwoord kan je controleren door het luikje te openen. Er is een telraam eronder om de score bij te houden.

Er zijn geen campings in de regio; bij navraag in Aspanberg zeggen vrouwen dat je gewoon kan wildkamperen. Dat doe ik liever niet en als wel dan doe ik dat later. Daarom vervolg ik rond 17.15 uur mijn weg naar Mönichkirchen; dit is een pittige klim waarbij ik sommige delen amper 5 km/uur ga. Later soms nog wat licht dalen en dan weer verder klimmen.

In Mönichkirchen is een plattegrond met telefoonknoppen om de overnachtingsplekken te kunnen bellen. Het gekke is dat deze buiten de dorpskern lijken te liggen; niet erg aanlokkelijk, want in dit gebied betekent dat mogelijk dat ik eerst nog meer hoogteverschil moet overwinnen.

Daarom eerst maar eens rondkijken in het plaatsje zelf. Het eerste hotel lijkt me gesloten en anders in ieder geval te aftands om te gaan proberen. Het tweede hotel houd ik in het achterhoofd en dan zie ik bordje naar een gastehaus. Daar bel ik aan en kom ik bij een vriendelijk pensionnetje terecht, dat gerund wordt door een Pools echtpaar (Youssef en Eva). Zij zijn bevriend met Frans, een Nederlander die ze al lange tijd kennen uit de tijd dat Frans in kopieermachines handelde in Polen. Frans is mede eigenaar van het Gastehaus, of heeft hun in ieder geval gesteund, zodat ze hiermee konden starten.

Ze bieden me aan mee te eten, maar ik geef aan dat ik al gegeten heb. Ik ben van plan straks op mijn kamer nog het restantje van de afhaalmaaltijd van gisteren op te eten. Het is een avondje gezellig kletsen, waarbij ik toch nog een beetje mee smul van hun broodmaaltijd met brood en gekruide kwark. We, met name Frans en ik,  babbelen over de historie van het pension, politiek en reizen. Frans vertaalt het soms naar het Pools omdat hun  en mijn Duits soms ontoereikend is. Het schijnt dat de regels rondom het runnen van een B&B beperkt zijn; tot 10 bedden en met inkomsten tot 30.000/jaar betaalt men geen belasting. Er is vrijwel geen controle, en bij het beschikbaar hebben van meer bedden zet men gewoon “privé” op die deuren. Frans vertelt dat de naam “Frans Jozef” voortkomt uit zijn naam en de Poolse man, Youssef genaamd. Ik meen dat er bovendien een belangrijk persoon uit de regio de naam Jozef/Frans is, wat hun de naam aan dit pensionnetje heeft doen geven. Dit durfden ze aan, want verder wilden ze voorkomen de indruk te wekken dat het pension door 2 mannen gerund wordt.

Terug op mijn kamer, eet ik de afhaalmaaltijd nog op. Had ik nu het ontbijt maar wat later aangekondigd dan 8 uur morgenochtend. Dat is misschien toch wat te vroeg, nu ik de dingen die ik wilde doen nog niet gedaan heb, zoals het verslagje schrijven, verdere route uitstippelen en wat bijslapen na de afgelopen nacht. Het verslagje schrijf ik morgenochtend.

Vandaag is het later op de dag niet meer gelukt in contact met Jaap te komen, omdat zijn telefoon kapot is. Ik weet nog wel dat er sprake was van een kapotte trein, maar niet hoe dat verder is afgelopen. Na een sms van hem, als hij thuis is vanaf zijn werkmobiel, bellen we nog even. Gelukkig is hij goed en zonder vertraging thuis gekomen.

Maandag 25 augustus
Mönichkirchen – Bad Waltersdorf
Net na half 8 wordt ik wakker, als uit een vaste slaap gerukt, misschien ben ik door geluid uit een andere kamer wakker geworden. Jozef (Youssef uitgesproken) vertelt me dat hij speciaal een appel en banaan voor me gekocht heeft. Gisteravond had ik aangegeven vegetarisch te eten en Frans noemde dat hij appel en banaan op brood deed, wat ik beaamde als dat dat lekker is. Een appelliefhebber ben ik overigens niet echt, mede door de soms allergische reacties die ik hiervan krijg. Ik smul het fruit en wat brood, met o.a.  de gekruide kwark, op.

Een Pools gezin komt ontbijten, zij zijn gisteravond laat aangekomen. De nodige Polen reizen naar Kroatië en vice versa en maken hier, halverwege- op ongeveer 800 km- een stop. Deze Polen spreken verrassend goed Engels.

Frans stelt voor om samen nog de berg  op te wandelen. Ik ga eerste douchen, schrijven, inpakken en kijken of dat idee qua tijd te combineren is met mijn vervolgroute. Ongeveer 60 km verderop is een camping, de route is vermoedelijk vooral dalend.

Rond half 12 lopen we via het dorp naar boven. Een opvallend vrolijk geschilderd pand trekt de aandacht. Frans weet te vertellen dat hier een kunstenaar werkt; hij snijdt beelden uit hout. Hij is in de werkplaats, een oude skilift. We grappen dat het zonde is dat er buiten een prullenbak tegen zijn kunstwerk – een eenwieler- aanstaat. Later haalt hij deze weg. Deze man blijkt een zeer goede éénwielfietser zijn, hij beklimt bergen en daalt er ook weer af. Thuis eens kijken op zijn site naar zijn filmpjes. Zo fietste hij de Großglockner op.

Iets de heuvel op is een waterparkje. Een combinatie van een soort blotevoetenpad en ook met een solarium oid; hier kan men rustig binnen zitten; er  is een ronde wand gevuld met dennentakken die besprenkeld worden met water. De kleur van de tl-balken verandert met regelmaat van kleur en dat alles schijnt een positieve, rustgevende uitwerking te hebben.

Frans houdt van Oostenrijk. Denkt er soms aan hier te gaan wonen, maar qua klimaat zou juist Spanje aantrekkelijker zijn, hij houdt niet van de winters. Hij vindt de mensen hier makkelijk, Bourgondisch.

Het is een wandel- en skigebied, er zijn ook skiliften hier. Wij lopen naar boven, waar een groot waterbassin is om in de winter kunstsneeuw te kunnen maken om op de baan te spuiten. Terug naar beneden doet Frans zijn dagelijkse ritueel door over een balk te balanceren. Bij een restaurantje van de schoonzoon van Youssef en Eva drinken we wat en ik besluit een strudel te nemen, het wordt een bosbessenstrudel. Ik wil betalen, maar dat wil Frans doen. Hmm…als ik dat geweten had, had ik het niet besteld; ik voel me wat bezwaard. Het smaakt heerlijk.

Rond kwart over 2 stap ik op de fiets. Eerst is het vooral afdalen. Ik aarzel op een punt of ik de hoofdweg moet nemen of het smalle bospaadje ernaast. Ik besluit het laatste te doen omdat de ander bergafwaarts gaat, als ik dan fout zit, moet ik weer klimmen. Ik kom een man tegen die me weet te vertellen dat dit niet een fietspad is en het ergens anders uitkomt dan ik had verwacht. Hij is op zoek naar paddenstoelen hier. Met zijn aanwijzingen, kom ik kort erna op de weg en zie ik de Euro9 bordjes weer. Door dit omweggetje te nemen zie ik dat ik een ontmoeting met een bepakte fietser, die ik verderop op de hoofdweg zie, ben misgelopen.

Verkeersborden, altijd weer leuk om vast te leggen.

De route slingert zich door het landschap, het gaat op en af. Regelmatig zie ik borden met waarschuwingen van 10-14% steil naar beneden. Of het er in de andere richtingen, wanneer ik klim, er ook heeft gestaan weet ik niet. Heb de indruk dat er wel een paar steile stukken bijzaten. De eerste steilere afdaling gaat over een soort vlakke kasseien, dat daalt niet prettig, dus dat is een stukje flink remmen knijpen.

In Hartberg ga ik nog even het centrum in. Als ik het plaatsje verlaat, blijkt later dat ik een bordje verkeerd interpreteer – ik fiets eerst de verkeerde kant op. Ik ga terug en pik de route weer op, voor mijn gevoel de verkeerde kant op, maar het kan natuurlijk wel kloppen dat de route met een vreemde lus de grotere plaats moet verlaten.

Opvallend gisteren en vooral vandaag is dat ik zeker 5 keer tuinen en huizen versierd zie met ooievaars. Ook hier gelooft men in de ooievaar en worden de nodige kindjes geboren. Je ziet direct de naam erbij hangen en er staan vaak meerdere versieringen in de tuinen. Jammer dat ik niet ze niet al de keren gefotografeerd heb; het zou een leuke collage geworden zijn. Ook bij verjaardagen staat er regelmatig aankleding in de tuinen.
Verder vallen ook de gekleurde huizen en nette tuinen opvallend.

De route is wat meer op en af dan ik had verwacht, maar verder prima te doen. Ik ben te laat voor de boodschappen, maar kan me prima vullen met de broodjes, druiven en nog de soepdeegballetjes. Onderweg ben ik voor het eerst een vlierbessenboomgaardje tegengekomen. Dat zie je niet vaak.

IMG_5435-5437-pano1

De camping ligt op 800 meter van een Thermen, ik fiets de Thermenradweg.
Na me geïnstalleerd te hebben overweeg ik er nog even heen te gaan, ik zou er dan rond half 9 kunnen zijn en het sluit 22 uur. Ik besluit te gaan genieten van een douche op de camping, met prima en schoon sanitair en dan lekker vroeg de tent in te duiken.

Dinsdag 26 augustus
Bad Waltersdorf – Bad Radkersburg
Voor vertrek miezert het licht. Boven in de recreatieruimte schrijf ik mijn verslag van gisteren, terwijl ik de telefoon aan de lader leg. Ik haal de bestelde broodjes bij de campingreceptie. De tent moet ik helaas nat inpakken, daarbij zoveel mogelijk oppassend dat de naaktslakken – mijn bijna tentgenoten-  niet mee ingepakt worden.

Eerst gaat de route licht op en neer, later vlak, dan weer een stuk op en neer en vanaf St Anna vlak en dalend. Soms fiets ik even vloekend op de steile klimmetjes.Bij Furstenveld haal ik bij de Penny bonen-maisspread, bulgersalade met mint, koffieyoghurt, chocola en kaasbroodjes. Ik kan weer even vooruit.

Het bordje rechts op de rechterfoto zegt dat ik hier naar links moet; gelukkig is deze wegversperring geen onneembaar obstakel.

Als ik de stad uit rijd zie ik een reeks van 9 bepakte fietsers. Ze gaan de andere kant op, helaas. Misschien ook wel praktisch, want ik wil zo lekker lunchen, dus zal toch een stop maken. Een stukje meefietsen is dan toch onpraktisch. Die stop laat nog even op zich wachten tot ik een leuk bankje zie. Ik kom langs een fitnessparcours, waar men kan ringen, oefeningen doen e.d. Bij een klim eet ik alvast een broodje. Boven gekomen zie ik een leuk picknickbankje onder een prieeltje met druiven. Het is langs een iets drukkere weg, maar prima te doen.

Het is me niet geheel duidelijk of ik schuin rechts of geheel rechts moet voor de R12 route. Een man ziet me zoekend kijken en zegt dat de weg schuin rechts afgesloten is. Als ik zeg dat ik mogelijk naar Bad Radkersburg wil, adviseert hij me een route via -volgens hem- rustige rode wegen. Hij weet wat fietsen is, fietst jaarlijks van Tirol naar hier in 5 dagen naar zijn vakantiehuis.

Maar als ik de R12 bordjes, tegen mijn verwachting in, toch op de route rechts beneden zie staan, volg ik die weer. Op de kaart lijkt het qua afstand niet veel te schelen en wat het qua hoogtemeters verschilt  is gokken. Het is een mooie route, soms pittige stukjes klimmen, en natuurlijk ook weer afdalen.

Het weer is goed, droog, bewolkt, soms een beetje zon. Wel vochtig en klam, maar dat is het afgelopen weken vaak. Ik kom door een golf resort; heel grappig is de waarschuwing dat er ballen van links kunnen komen. Hopelijk biedt mijn helm in dat geval voldoende bescherming. Leuk idee ook voor onze routeplanner, golfterreinen mijdend bij het routetype “veilig”.

IMG_5462

Aan een vrouw die bezig is in haar tuin, vraag ik water. Tuinen zijn hier allemaal goed onderhouden, soms met wat versieringen. We babbelen even.
Na St. Anna is het vooral dalend en vlak, de route slingert dicht langs de grens met Slovenië. Tot 3x toe zie ik aan mijn linkerhand een bruggetje en aan de overkant het bord van Slovenië. Vaak staan er huisjes hier, die vermoedelijk ooit dienstgedaan hebben als grenspost.

Ik blijf hier nog in Oostenrijk en vervolg mijn route hier naar rechts.

In een gehuchtje bel ik aan bij een Gästehaus of ik er kan kamperen, maar er is niemand thuis. Verderop vraag ik een vrouw in de tuin of er een camping in de buurt is. Die blijkt er zeker te zijn, slechts 200 meter verderop, juist om de hoek. Ze loopt haar tuin uit om te wijzen hoe ik moet fietsen en op dat punt slaat de twijfel toe of ik ga kamperen….hier sta ik oog in oog met Gästehaus Astrid. Waar zal ik voor gaan? Ik besluit toch naar de camping te gaan. Het is een leuk knus terreintje met 3 caravan-campers. Verder een appelboom, 2 konijnen en een restaurant. Dit restaurant schijnt alleen koude gerechten te serveren.

’s Avonds strijk ik daar neer op het terras. Ik bestudeer de kaart, bericht 2 warmshowerhosts of ik daar langs kan komen, geniet van wijntjes en besluit ook nog een bonensalade met brood te nemen. Het is heerlijk buiten vertoeven, gezellig het gebabbel om me heen, het is niet koud en gezellig een kaarsje op tafel. Een heerlijk  gemoedelijke plek.

IMG_5475

De Oostenrijkers vind ik in het algemeen zeer netjes in het verkeer, al zullen ze mogelijk sneller met een slok op rijden dan in Nederland. Meestal vertragen ze hun snelheid als er fietsers zijn en passeren ze ruim. Soms zijn ze bijna te netjes. Vandaag keek ik naar de bewegwijzering en kwam tot de conclusie dat ik moest oversteken. De auto die bij het zebrapad van links kwam stopte, dus wilde ik alvast een deel oversteken. Rechts kwam verkeer, maar ik was van plan te stoppen; de chauffeur ging echter al vol op de rem, met licht piepende remmen. Ik voelde me wat opgelaten, als een lompe fietser die op het laatst richting bepaalt. Gelukkig ging het goed.

Verder valt het me op dat in Oostenrijk de spoorwegovergangen zelden met spoorwegbomen beveiligd zijn. Het is een kwestie van letten op toetersignalen. Ze rijden hier ook wel een stuk rustiger dan in Nederland, dus het zal meestal vast goed gaan.

Wat opvallende zaken in Oostenrijk:
* vlierbloesemboomgaardjes
* springbalsemien, ook in Slovenië weer
* het elkaar groeten in Oostenrijk gaat met Grussgod
* ik zie regelmatig bordjes met “kernol” te koop. Daarbij denk ik aan brandstof. Maar het lijkt of ik een culinaire specialiteit gemist heb; pompoenpitolie
* honingproductie
* regelmatig zijn er openbare toiletten
* vaak wordt bij horeca en bedrijven vermeld wat de ” Ruhedagen” zijn

Woensdag 27 augustus
Bad Radkersburg – Maribor  (Slovenië)
’s Nachts en ’s ochtends regent het helaas. Ik ben vroeg wakker, peuzel wat chocola en lees wat. Ik leg de telefoon te laden in de afwasruimte; dat durf ik hier wel aan en i.v.m. warmshowers contacten voor dezer dagen, is het wel handig een volle accu te hebben. De buren in de camper nodigen me uit voor de thee en ik eet mijn boterham daar op. Dan lijkt de campingeigenaar er te zijn en lopen we naar het huisje om te betalen. Dat zorgt voor wat misverstanden, want ik denk dat de man die eraan komt de eigenaar is, die me vervolgens koffie aanbiedt aan de andere kant van het terrein…en dan dringt het me door dat het andere gasten zijn; o.a.  Harald (van Doris) die ik de avond ervoor nog even gesproken heb. Ik reken af en krijg nog wat brood mee. Ik meen dat hij me nog visitekaartje wil geven en ik daarvoor langs zijn woning vlakbij het terrein moet fietsen. Aangezien ik niet precies weet bij welke woning ik dan moet zijn, komt dat er verder niet van als ik uiteindelijk vertrek.

Bij vertrek is het helaas nodig m’n regenpak aan te doen. Gelukkig voor korte duur. Want als ik 6 km later een fietsend gezin zie eten aan een picknickdruivenprieeltje, is het al droog. Ik nodig mezelf uit daar ook mijn broodje te eten. Ze fietsen met hun kinderen van 5 en 7 van Salzburg naar Radkersburg. Het weer valt tijdens hun vakantie helaas tegen. Ik eet nog wat druiven van het prieeltje, weet nu van hun dat het kan. Het zijn dezelfde als die ik gisteren onderweg al eens probeerde, maar toen heb uitgespuugd omdat ik niet wist of ik de kauwgombalsmaak die ik proefde, kon vertrouwen. Terwijl we daar zitten, passeren nog 2 maal 2 bepakte fietsers. Toevallig, want verder zie ik ze niet veel.

Ik zie onderweg een reetje, ditmaal een echte, eerder met Jaap dachten we beiden een keer een ree te zien, maar was het een grote haas.
De route gaat door velden en bossen, veel langs rivieren en meertjes, langs het grensgebied met Slovenië, er zijn verharde en onverharde delen en wederom springbalsemien. Ik zie vandaag het eerste stuk veel toeristische fietsers.

De route naar Spielfeld is makkelijk te vinden. Daar is het zoeken naar hoe verder naar Maribor te gaan. Of de Eurovel-9 er nog aangegeven staat, weet ik niet. Ik zie er geen bordjes meer van. Ik eet een softijsje en krijg uitleg hoe ik de route naar Grassnitzberg vind. Als ik eenmaal op pad ben, heb ik de indruk dat ik toch te ver ben doorgefietst, maar goede bebording mist hier. Het is me onduidelijk wat van de zijwegen in de uitleg die ik kreeg, zijwegen zijn en wat opritten. Ik zie Slovenië staan en een hand geschilderd bordje naar plaats Svecina in Slovenië. Het andere bordje is een plaatsje in Oostenrijk.

Dus dan neem ik maar  het eerste pad met 18% naar beneden. Eigenlijk heb ik nog geluk dat dit bordje hier staat en ook op de kaart genoemd staat, want vele naambordjes onderweg zie ik niet op mijn kaart staan. Ondanks de schaal van 1:150.000. Dus houd ik toch maar de hoofdroute naar Maribor aan. Soms zijn er stukken fietspad, dan weer niet. Soms zie ik richtingbordjes voor fietsers met nummers, waarvan ik geen flauw idee heb waar ze dan heen gaan.

Ik merk dat ik moet wennen aan Slovenië, het voelt wat beklemmend, vermoedelijk versterkt door de diepe dalen hier, stel dat ik fout zit en 18 procent terug mag klimmen. Bij een supermarkt haal ik aardbeiensap en chocoladebroodjes. Het lijkt hier niet goedkoper dan Nederland of Oostenrijk. Sommige stukken weg zijn tamelijk druk, zeker vergeleken met wat ik gewend ben afgelopen tijd. Eind van de middag kom ik aan in Maribo en vind ik het toeristeninformatiekantoor; ik word geweldig geholpen aan fietskaarten, campinggids en de route naar mijn warmshoweradres bij Simon en familie.

Ik doe nog een sightseeing, maar merk dat ik nog niet kan wennen aan stad; ben te moe van de nieuwe indrukken, waaronder de taal waardoor alles minder vertrouwd en voorspelbaar overkomt. Ik ben na 19 uur welkom bij Simon en meld per sms dat ik tussen 19-19:30 arriveer; hun appartement is nabij een BMX-track (soort skatebaan). Ik koop nog een stuk pizza en borregi kaas-spinazie.

IMG_5495-5496-5497-pano-bijgesneden

Ik kom terecht bij een gezellig gezin en wordt hartelijk ontvangen. De fiets kan op het grote balkon. Ik neem een douche, buig me met Simon over de fietskaarten, geef fietsdrop als souveniertje uit Nederland. We spelen het spel pinguinparty dat ik mee heb. Dat valt goed in smaak bij de kinderen en ik beloof ze het spel vanuit Nederland op te sturen.

We mediteren met het gezin. Een mooie bijzondere ontmoeting. ’s Avonds krijg ik de balkondeur helaas niet meer goed open en dicht. Dat voelt ongemakkelijk, morgen checken. Nu lekker slapen, waarbij ik van Ranja mijn droom moet onthouden omdat het volgens haar dan uitkomt; met die bizarre dromen van mij, heb ik er mijn twijfels over of dat handig is.
Simon werkt in de verzekeringen en geeft daarnaast soms wat les. Hij en Ranja zijn een jaar samen; de kinderen zijn van haar. Ze hebben elkaar op een bijzondere manier leren kennen;  Ranja botste tegen hem aan, bij het vertrekken uit een parkeervak.

Donderdag 28 augustus
Maribor-  Slovenske Konjice
De familie gaat werken, ik zwaai de kinderen uit. Ze hebben geen gedag gezegd toen ze naar beneden gingen, maar achteraf denk ik dat ik ze mijn naam heb horen roepen, terwijl ik op het balkon stond. Maar vanaf beneden kijken ze al naar boven en staan ze enthousiast te zwaaien.  Na een stevig ontbijt met appel, vijgen en yoghurt vertrek ik rond kwart voor 9 met Simon. Hij heeft me de route de stad uit uitgelegd. Toch blijft het soms onduidelijk welke afslag hij bedoelde en/of zijn er plaatsjes die niet op kaart staan. Ik fiets daarom nog een stukje langs de andere kant van een vangrail om op de uitgelegde route te komen zonder dat ik eerst weer een stuk terug moet.

De route valt me wat tegen. Zowel de toeristeninfo als Simon hebben me de oude hoofdweg aangeraden. Ik vind het wat teveel verkeer vergeleken met de afgelopen periode. Bij een supermarktje koop ik brood, beleg, yoghurt, banaan en chocola. In Slovenska Bistrica, een grote plaats voor het plaatsje van bestemming vandaag, neem ik rust en bunker een en ander weg. Ben moe van de korte nacht en wil eigenlijk rustiger routes, maar weet ook niet goed wat ik bij de andere potentiele wegen kan verwachten. Aan super steile klimmen heb ik nu ook geen behoefte. Het is ergens wel goed een korte fietsdag te hebben vandaag. Vlak voor ik bij Slovenske Konjice ben, word ik blij verrast met een tweerichtingenfietspad. Via de weg die Konjice ingaat, mis ik de dorpskern, dus sla ik af en koers ik op een kerkje en wandel wat rond. Ik houd een drink-plaspauze bij een terrasje. Politiepersoneel zit op een ander terras pauze te houden, braaf aan de koffie en water lijkt.

Door de goede aanwijzingen van Marko via de berichtjes, kom ik goed aan bij het huis van zijn ouders. Hij woont in Ljubljana, maar komt hier eind van de middag voor een nachtje. Zijn broer zou mij alvast ontvangen en zijn ouders zijn naar familie in Kroatië. De honden slaan aan, verder lijkt er niemand te zijn. Ik bel Marco, die zijn broer Luka  belt. Die blijkt er toch te zijn en staat kort erna voor mijn neus.
Van origine zijn ze Bosnisch. Zijn ouders wonen al langere tijd in Slovenië. Zijn grootouders zijn na de oorlog naar Kroatië gegaan.

De fiets kan de garage in, hij wijst me de slaapkamer, we kletsen wat over o.a. zijn reisplannen naar Australië. Ik neem een douche en hang de tent te drogen. Eigenlijk zou ik ook wel een wasje mogen doen, maar vooruit, dat komt een andere keer wel. Intussen is Marko gearriveerd.  Hij oogt als een gezellige, open jongen.

Ik ga met hem mee naar tennis, loop daar rond in het aanliggende park en bos en lees wat. We rijden weer even naar huis om een jas te halen en wandelen rond in het plaatsje. Dat is volgens hem een keer als het mooiste dorp van Europa uitgeroepen, wat ik niet begrijp. Marko wandelt blootvoets rond om zijn voeten te trainen. Na het plaatsje bekeken te hebben, eten we ergens een pizza.

Marco houdt van hardlopen, sport, is gestopt met roken.  Hij heeft mindere periodes gehad met o.a. zijn ex. Hij praat volop, filosofeert veel. Thuis helpt hij me met een route uitstippelen, mogelijk naar Kamnik, al lijkt dat nog een aardig stukje. Michiel komt vermoedelijk morgen danwel overmorgen aan, dus dat wordt nog spannend qua plannen en afstemmen, zodat we elkaar weten te treffen.
Het is tijd te gaan slapen na deze gezellige, maar ook vermoeiende gesprekken.

Vrijdag 29 augustus
Slovenske Konjice-Kamnik
Ik eet nog een broodje met Marko en vertrek rond 10 uur; hij zou ook uiterlijk 10 uur teruggaan naar Ljubljana, waar het werk op hem wacht. Ik vermoed dat het voor hem iets later is geworden. Als ik dorp uitrijd toetert iemand vanuit een witte auto, ik vermoed dat het Marko is. Tsja, als vrouw let ik op de kleur en niet op het merk van de auto; gek genoeg dan wel weer op de merken van fietsen.

Kort erna kom ik erachter dat het Marko niet geweest is; het is Roberto (hij doet me denken aan Patrick, de eigenaar van mijn huis) en staat langs de weg met 2 mueslirepen ” for you”. Wat leuk, hij houdt ook van fietsen en hiking.

Met Marko heb ik een route uitgestippeld. Tot nu toe heb ik indruk dat men me gerust langs hoofdwegen stuurt. Deels te begrijpen, want de kleinere weggetjes gaan soms echt de bergen in. Maar na de ervaring van gisteren wil ik dat beperken. Ik start wel met oranje (dus grotere) wegen, maar verder hebben we gele en witte wegen gevonden die we op een site met hoogteprofielen vergeleken hebben met de grotere wegen. De witte, rustigere wegen leken qua hoogteprofiel zelfs gunstiger in dit stuk richting Kamnik. Slovenië kent wel fietsroutes, maar lijkt dat ze lang niet allemaal verbonden zijn, dus dat is soms lastig.

De witte weggetjes zijn geslaagd, ze gaan deels door mooi brede dalen tussen bergkammen, het verkeer is beperkt. Helaas fiets ik nog veel op gele wegen waar ik het verkeer nog teveel vind. Gelukkig schiet het redelijk op en lijkt het haalbaar vandaag Kamnik te bereiken.

Ik heb inmiddels 2 x 1,5 liter water gedronken en vraag in Gronji Grad weer naar water om mijn fles te vullen; er komt straks een klim aan van 500 meter (van 400 naar 900) en ik heb geen idee of ik dan water kan krijgen. Twee dames in een tuin geven het met plezier en vragen of ik meer nodig heb, biscuits ofzo. Ik bedank ze vriendelijk. Dan bedenk ik me dat even gebruik maken van een toilet wel prettig is, wat ze prima vinden.

Nu vragen ze me of ik ijs wil; zij vinden een pauze voor mij toch ook goed. Ach, waarom ook niet, dat klinkt best aanlokkelijk. En zo zit ik gezellig bij hun een schaaltje schepijs met nog home made koekjes te smullen. Intussen laad ik de telefoon bij, zodat ik contact kan onderhouden met Michiel. Ik sms dat ik Kamnik ga halen. Hij belt en vermoedelijk wordt het voor hem te laat; het is niet handig op onbekend terrein in het donker te gaan rijden.

De dames wonen in Ljubljana en komen hier in het weekend. De ene is architect (Marieta) en zij spreekt goed Engels en ook nog wat andere talen. Ze vertelt dat de andere vrouw (Vera; zegt Werra) 3x een herseninfarct o.i.d. heeft gehad; ze reageert langzamer en één oog is dicht. Het is een lief verzorgend vrouwtje, dat het liefst mee zou praten. Tegen Marieta zeg ik dat ze mogelijk voor ons  kan vertalen als Vera iets wil weten of zeggen.

We praten over de reis, dat Michiel nog komt. Ze zeggen dat ik ook bij hun mag blijven overnachten en daar op Michiel kan wachten, maar ik vertel ze dat het vermoedelijk pas morgen wordt dat hij aankomt en ik door ga.

Ik vraag ze wat ik van de route moet verwachten; ze geven aan dat er inderdaad wel verkeer is en dat ze Slovenen niet goed vinden rijden. Als ik een uurtje later, rond half 5 vertrek, lijkt de route gelukkig rustiger te zijn geworden.

Dat lucht me op. Met plezier beklim ik de pas. Ik neem de tijd voor het snoepen van de eerdere gekregen mueslirepen, fruit e.d. Misschien nog niet eens vanuit honger, maar ook omdat ik de route nu in alle rust kan afleggen nu het verkeer minder is. Even rustig iets eten is dan ook extra genieten.

IMG_5530-1

Een vrouw duwt een kar met peren omhoog; dat is inspannend. Ik geef haar een pruim, ik mag een peer pakken. Deze is de dag erna helaas in de container beland omdat die bruin was van de rijpheid. Haar zus plukt bloemen en volgt haar, zij wil geen pruim. Aandoenlijke dames.

Om 18 uur ben ik na 81 km boven en volgt een afdaling van 14 km. Ik trek mijn jasje aan, dat is geen overbodige luxe. Naar beneden toe is het fris en ik ben nog wat bezweet. Er zijn veel wielrenners op dit deel van de pas; bovenop deze berg zit een cafeetje waar de nodige wielrenners neergestreken zijn.

In Kamnik, dat op het eerste oog leuk oogt, vraag ik naar de camping. Deze is makkelijk te vinden. Het is een kleine camping, ingeklemd tussen een  zwembad, tennisbaan -met het risico van ballen op je tent- en autoweg. Er zijn weinig gasten, er staan (overdekte) picknicktafels. De eigenaar is vriendelijk en spreekt Engels.

Jaap vroeg me gisteren via de chat nog naar de talenkennis van de Slovenen; ik had er nog geen beeld van omdat ik vooral met warmshowerhosts te maken heb, die meestal sowieso Engels spreken. Maar ik heb de indruk dat met Engels of Duits (ouderen) je hier verder komt dan in Tsjechië.

Het sanitair oogt Tsjechisch (met douchegordijnen), maar dan fris. Ik ontdek op deze camping zelfs een nieuwe wasmachine, die morgen mag werken voor me. Ik eet nog wat pruimen, cranberries en een heerlijk stuk brood. ’s Avonds lees en chat ik.

Verderop hoor ik nog wat feestende mensen, wat niet heel storend is. Ik slaap onrustig; eerst heb ik het koud, later zweet ik juist.

Zaterdag 30 augustus
Kamnik
Rond half 6 ben ik wakker en lees ik nog wat in de tent. Ik val nog lekker 2 uurtjes in slaap. Op mijn gemak ga ik douchen en een was draaien. Fijn dat de boel weer gewassen en gecentrifugeerd is, dat zal nu snel moeten kunnen drogen. Ik babbel nog wat met Duitse kampeerders die met een busje 3 weken door Slovenië rondreizen. Heerlijk rustig werk ik mijn verslagen bij, lekker om weer even rustdagje te hebben zo.

Michiel heeft wat file onderweg, dus het zal nog wel even duren voor hij er is. Ik slenter door het plaatsje, haal broodjes, zie nog een rommelmarktje met o.a. huiswaar. “Zal ik nog wat extra pannen kopen”, app ik grappend naar Michiel;  dan kan hij mooi het geleerde tijdens de de kookworkshop die in zijn afgelopen vakantieweek zat, tot uitvoer brengen. Ik bestel wat op een terrasje en ga lekker lezen.

Om 15 uur ben ik weer op de camping, tijd voor een toiletstop. De was kan ook binnengehaald worden. Er zijn nog andere fietsers neergestreken.

Rond 16 uur komt een busje met een Nederlands nummerbord het terrein oprijden. Grappig, want Nederlandse auto’s heb ik amper meer gezien en het is juist op het tijdstip dat ik Michiel ongeveer verwacht, die inderdaad enkele minuten later ook arriveert.