3. Kakheti – Tbilisi

Fietsen met beperkte bepakking door Kakheti – wijnregio

Zondag 16 juni
Ondanks dat ik half 5 de nieuwe gasten hoor activeren en net voor de wekker het gepruttel van bakkende eieren hoor, word ik toch uit coma wakker. In de beoordelingen lazen we al over het heerlijke, uitgebreide ontbijt hier, dat we nu zelf mogen ervaren.
Op tafel staat een zoet broodje, brood, kersen in dikke zoete sap, eieren met gekrulde ham, kefir yoghurt, crème fraîche en 3 soorten salades (tomaten-komkommer, bieten, sla met kip).

Gisteravond hebben we de tassen uitgezocht en we bouwen de kamer van George vol met de spullen die nu niet mee hoeven. Met ieder 2 achtertassen gaan we op pad.

Het lukt de stad uit te komen al geven sommige auto’s onze weinig ruimte. Soms rijden we op de stoep. Aanvankelijk is de weg nog 4-baans, later niet meer.

Ergens is een aanrijding gebeurd, waardoor wij een tijd geen passerende auto’s hebben. Twee racefietsers met zadeltas passeren; ik meen dat één van hen de Schot is die we bij Achaltsiche ontmoet hebben en roep “Hé, we know you”. Ik vermoed niet dat hij het verstond en bedenk dat hij het niet is.

Als we puzzelen op alternatieve weggetjes om deze drukke weg zoveel mogelijk te mijden, komen twee vakantiefietsers uit tegengestelde richting die ons waarschijnlijk niet gezien hebben. We zien ze verderop stil staan en gaan naar ze toe voor een praatje en om informatie over de rest van deze weg te vragen. Dat lukt met deze niet Engels sprekende Chinezen niet. We maken er nog net uit op dat ze op wereldreis zijn.

We pakken een gele, dus als het goed is kleinere, rustigere, weg linksaf, zodat we aan de noordkant van de hoofdweg komen met het plan om later de hoofdweg opnieuw te kruisen en dan zuidelijk daarvan te fietsen. De gele weg is ook nog tamelijk druk, na een kilometer of 6 slaan we af, een onverhard pad op, dat het dorp Mughanlo doorkruist. Hier, aan een onverhard pad, staat een aantal wonderbaarlijk luxe huizen.

Aan de andere kant van het dorp is een asfaltweg terug naar de hoofdweg die we kruisen bij Sartichala waar we, in een aangenaam koele supermarkt, bananen en broodjes inslaan. De weg wordt onverhard; deels is deze flink keiig, later volgen verschillende sporen, waarvan sommigen een gelijkmatiger oppervlak hebben. Soms passeert een auto of busje.

We moeten een klein stroompje over. Later vraagt een grote plas onder een spoorviaduct om een alternatief. Michiel verkent de mogelijkheden. We gaan over het hoger en verlaten ogende spoor -we komen later tot de conclusie dat er soms nog treinen rijden-, om verderop via het talud weer af te zakken en daar via een droog strookje de plas te passeren.

Het is warm vandaag. Op de drukke hoofdweg vind ik dat teveel met het drukke, soms stevig doorrijdende verkeer. Dan ploeter ik liever door over een onverharde weg. Het is een landelijk gebied met landbouw en veeteelt -voornamelijk koeien-.

Soms komen honden op ons af; waarbij eenmaal 5 stuks tegelijk, maar inmiddels lukt het ze aardig op afstand te houden of krijgen. De plaatsjes hebben soms Duitse namen.

We komen weer op de drukke weg.  Deels kunnen we door de berm fietsen.  Er wordt regelmatig hard gereden, het is ronduit een kloteweg. We vragen naar een hotel; hotel Ambassadeur moet 7 km verderop liggen.

Al na 2 km komen we een ander hotel tegen bij een wijngelegenheid. De vrouw laat me de kamer met prive sanitair zien. De omgeving is sfeervol. De 100 Lari is redelijk aan de prijs en wetend dat de Ambassadeur er is, nemen we de gok door te fietsen. We zien nog niets, vragen het na en vinden het hotel na 11 km bij een golfresort. Ons vermoeden wordt bevestigd….deze vinden we qua prijs pas echt te gortig met kamers van 90-150 dollar.

Verderop vragen we bij een tankstation weer naar de mogelijkheden. Dit hotel of doorfietsen naar Signagi is, mede omdat we überhaupt geen tent meer bij ons hebben, de enige optie. Een man die aan het tanken is, gebaart wat en komt ons tomaten brengen.

Gelukkig blijkt de gele weg vanaf de afslag naar Signagi -waar we in een klein winkeltje nog even de nodige energie inslaan- rustiger, en is de afsluiting van deze lange (117 km) fietsdag prettig fietsen. Mensen zitten buiten en we groeten elkaar.
Als we stoppen omdat ik wat eten nodig heb, geeft een man water uit zijn thermoskan. Inmiddels schemert het. Een guesthouse dat op de kaart staat, lijkt verlaten. Een aantal bochten verder liggen meerdere hotels met terras. Intussen is het half 10.
Een jong stelletje uit Rusland zit op het terras voor een hotel en biedt ons watermeloen aan met voor Michiel (die daar niet van houdt) wodka en voor mij wijn. We krijgen het nodige aangeboden vandaag. Zij laten ons weten dat het hotel, waar zij ook slapen, goed is.

We nemen voor een zeer redelijke prijs onze intrek in een eenvoudige kamer met ventilator -behorend bij het restaurant annex café-. De fietsen staan buiten -als de poort gesloten is- uit het zicht, doch niet op volledig afgesloten terrein. Ons diner is niet zo luxe als het ontbijt; we eten de resterende tomaten en walnoten.

Maandag 17 juni
Onze kamer heeft geen ramen en dus worden we niet wakker van het licht, maar, op een prima tijdstip, van het geluid.

Signagi, is een toeristisch, doch mooi dorp.

Een dame, die het Engels goed beheerst, vraagt waar we vandaan komen, hoe ons land is, onze religie en gaat dan vooral door op de religie. Ik heb wel zin me daar negatief over uit te laten -denkend aan bepaalde oorlogen, seksueel misbruik binnen kerkgemeenschappen, etc.-, maar ze rondt zelf het babbeltje al af.

In een pand, met daarin meerdere kraampjes, haal ik wat voor het ontbijt, dat we bij de kerk nabij het uitzichtpunt opeten.
Een groep kinderen en hun begeleiders passeren en blijven bij ons in de buurt staan. De begeleiders zijn wat schreeuwerig; het valt vaker op dat volwassenen luid praten.
Een oud mannetje poogt geld te verdienen met het uitlenen van zijn verrekijker bij het uitzichtpunt. We tappen water bij het pleintje en rollen nog even verder door het dorpje.

Bij een ander mooi uitzichtpunt bestellen we, bij een stalletje met een oudere dame, een ijskoffie en ‘ice chocolate’. Ik krijg een warme chocolademelk, wat bij deze temperaturen niet aantrekkelijk is. Ze heeft zich vergist. Haar volwassen dochter komt tevoorschijn, geneert zich enigszins, en maakt een nieuwe en bereidt op haar initiatief ook een nieuwe ijskoffie, omdat moeders het recept niet met een bol ijs gemaakt blijkt te hebben. We hebben niets te klagen.

We kijken uit over de bebouwde puntvormige heuvelrug, hebben zicht op een deel van de stadsmuren en op de beneden ons liggende “platte pannenkoek”, waarachter de bergen weer opdoemen op de grens met Rusland.

Rond het middaguur verlaten we Signagi en dalen we over een afstand van zo’n 6 km ruim 300 meter heerlijk af over vlak asfalt. We komen op de, op de kaart rode dus belangrijke, hoofdweg uit, die hier gelukkig rustig blijkt te zijn. Na 7 km sluit deze aan op een gele, dus net wat minder belangrijke, weg, die juist drukker blijkt te zijn dan de rode. Gelukkig is het te doen.
Als we even stilstaan vraagt een man waar we heen gaan. Het lijkt erop dat hij ons ergens wil uitnodigen voor wijn, chacha en shlaslick en wellicht een overnachting. We begrijpen er niet veel van en hebben voor vanavond al iets gereserveerd. We noteren zijn telefoonnummer, maar bellen hem niet meer.

Bij Goerdzjaani bekijken we eerst een kerkje, alvorens de weg in oostelijke richting te vervolgen. Ik maak gebruik van de kleden die bij de entree staan om als rok om te slaan en mijn sjaal gaat over mijn hoofd. Een non gebaart dat het water dat we tappen -en ook al getapt en gedronken hadden- geen drinkwater is. Een monnik vult m’n bidon met drinkwater.

Ik heb de indruk dat de mensen hier -vergeleken met katholieken- in tegengestelde richting een kruisje slaan; vanuit hun positie gezien van rechts naar links.

In deze regio worden druiven verbouwd. Ook worden langs de weg pruimen en perziken verkocht. Omdat we net in het fietsritme zitten, rijden we door. Verderop overwegen we meloen te kopen, maar dat is gesjouw of geknoei als we het direct opeten.
Gisteren werd er vooral kaas en wijn langs de weg verkocht, vandaag naast het fruit ook tomaat en komkommer. En regelmatig kun je in het gehele land honing kopen.

We slaan een prima wit -dus minder belangrijk- weggetje in; het is rustig, blijkbaar met prima asfalt -iets dat we vooraf niet uit de kaart konden afleiden, het had op een gegeven moment prima een zandpad kunnen worden- en het verkort onze route. We kopen frisdrank; met deze warmte hebben we daar meer behoefte aan, als afwisseling op het water.

Knullen zitten onder een boom, waarvan één een fiets heeft. Ze lijken nieuwsgierig en ik hoor ze “gps” zeggen; inderdaad, het apparaatje op het stuur is een gps, beaam ik.

In Georgië zie je regelmatig zwart-geel rubberachtige “drempels” om het verkeer af te remmen.

We sluiten later weer op een gele weg aan die drukker is, maar wel te doen. De lucht is donker en we trappen daarom flink door. Het begint te druppelen en we horen gerommel.
In een bushokje wachten we af hoe het zich verder ontwikkelt. Het valt mee.

De route was mooi vandaag en was meestal veelal voldoende rustig. Al hebben sommige automobilisten mogelijk wat teveel testosteron en trappen het gaspedaal flink in.

De aardige Liana, 64 jaar oud, ontvangt ons met water, sap, wijn, snoepjes en koek. We communiceren m.b.v. Google translate.
Ze vertelt over het lage pensioen, de economie en de werkeloosheid. I.v.m. de leeftijdsgrens heeft ze geen werk. Haar broer woont in Tbilisi, doet iets medisch bij de universiteit en maakt muziek. Ze laat een filmpje zien. Ze heeft geen kinderen.

Als we bij een restaurant op het terras zitten begint het te druppen en smullen we binnen verder van de aubergine rolletjes en pizza.

Dinsdag 18 juni
Het is warm doch bewolkt. Liana geeft ons thee, koffie, koekjes, bramenjam en een soort gortepap met walnoot & rozijnen. Op haar smartphone laat ze zien dat er een arts in Nederland woont met dezelfde achternaam -Alexi Baidoshvili- als zij.
Het is 12 uur als we, na het scheren en doen van een handwas, vertrekken. Liana accepteert geen fooi, maar wel het magneetkaartje.

Aan de binnenkant van het fortterrein in Kvareli, huist een mooi gelegen voetbalveld. Het gemeentehuis is een modern gebouw. We lunchen bij het iets verderop gelegen, nog vrijwel verlaten sport en recreatie meer.

Dit wijngebied, een betrekkelijk vlakke vallei, ligt ingeklemd tussen bergruggen aan de zuidwestelijke en noordoostelijke zijde. We passeren een bouwmaterialenzaak en Michiel koopt hier vast twee rollen tape voor het inpakken van de fietsen in de dozen; dat scheelt weer een zoektocht in Tbilisi.

Hij komt tevreden naar buiten; de airco binnen beviel hem wel. De medewerker nodigt ons beiden binnen uit en even later zitten we aan de koffie, koekjes en chocolade in het bijbehorende administratiekantoortje en kletsen met de dames die o.a. de bestellingen verwerken. Er staat een koelkast, dus ook hier laten we een magneetkaartje achter.

Het op een heuvel, binnen de muren van een fort, gelegen Gremi klooster ligt er mooi bij en heeft veel bezoekers. Aan de weg naar de kerk worden bij de stalletjes o.a. de tsjoertsjchela’s verkocht. Bij de kerk is het druk in het religieuze winkeltje met kettinkjes, afbeeldingen en kaarsen.

Weer terug beneden ontmoeten we fietsers uit Spanje, Engeland en Schotland die al 9 à 10 maanden onderweg zijn. Later komen we nog Nederlandse fietsers tegen op een lange rechte weg, met soms erg dikke bomen, die de vlakte oversteekt. Helaas trappen sommigen het gaspedaal flink in.

In Telavi, te onthouden middels Tel Aviv, valt de regen die er al uren aan leek te komen. We fietsen langs het kasteel, halen broodjes, en gaan via de oude stad met de “veranda-balkons” over heel erg hobbelige keitjes naar beneden.

Een busje rijdt voorbij en er wordt enthousiast gezwaaid door de 16-jarige Koko. Michiel had eerder het busje al zien staan. Ze stoppen nu aan de overkant van de weg en Koko komt naar onze kant van de weg. Het lijkt erop dat ze speciaal voor ons hierheen gereden zijn, of is het om haar fietsende broertje van 10, dat nu ook aansluit, te zoeken?
Waarschijnlijk het eerste. Koko spreekt goed Engels; ze heeft een test gedaan en was met 80 van de 84 punten de beste. Ze lijkt dat nu graag in de praktijk te brengen. Haar ouders kijken blij en waarschijnlijk trots toe vanuit de bus. Koko vraagt of we meekomen. Helaas wordt dat een nee, omdat we al een overnachting geregeld hebben. Ze geeft aan dat we anders morgen moet komen -maar dan moeten we terug- of in september naar haar conservatoriumoptreden. Ze weet het adres van het verblijf niet; de familie woont in Tbilisi, maar is nu hier vakantie aan het houden.

In Kistauri wordt het een ware zoektocht naar het guesthouse. De gps coördinaten uit booking.com leiden ons naar een modderig weggetje door een druivenboomgaard. We draaien om en de mannen die we zien, zeggen dat hier niets is. Bij een luxe huis met dito auto spreekt men Engels. De man biedt direct aan te bellen en rijdt voor ons uit naar de locatie. Dat is heel fijn.

Daar worden we ontvangen door een vriendelijke dame die al bang was dat we niet meer kwamen. Onze berichtjes, die we in Telavi hadden gestuurd, waren niet aangekomen. We krijgen appel, pruimen, thee en huisgemaakte wijn.
Zij is docent op een lagere school in Tbilisi en heeft nu vakantie. Sinds een jaar is dit een guesthouse gedurende de weekenden en van juni t/m september de hele week. Haar man is in Tbilisi. Haar zoon en kleinkind van 3 jaar wonen eveneens in de hoofdstad. Ze verhuurt de onberispelijk schone, grote bovenverdieping -met een hal, woonkamer, badkamer en slaapkamer die allen als een balzaal zijn- tegen een onwaarschijnlijk lage prijs.

Ik voel me dezer dagen conditioneel best sterk, maar slap in vergelijking met Michiel; soms frustreert het me inwendig dat ik hem niet makkelijk bij kan houden.

Woensdag 19 juni
Het is wennen dat het een hele nacht regent; dat zijn we deze reis niet gewend. ’s-Ochtends wordt het droog en we besluiten wel verder te gaan. Ergens merkte ik gisterenavond dat ik ook wel behoefte heb aan een moment van rust, temeer we sinds het vertrek uit Tbilisi steeds laat vertrekken, laat aankomen en de avond voorbij vliegt. Anderzijds hebben we vrijdag weer een reservering in Tbilisi en is het handig door te fietsen.
Voor de verandering treffen we een bakker die ook bruine broden verkoopt; deze eten we staand op in een parkje voor een school omdat de bankjes nog nat zijn.

Tot Achmeta fietsen we nog door het wijngebied. De druiven groeien hier in de relatief vlakke vallei, dus niet per definitie op hellingen, wat onbewust wel mijn verwachting was. Overigens vind ik de druiventeelt niet opvallend veel aanwezig.

Een mooi vogeltje met zebrapatroon vliegt even parallel mee.
In Achmeta vullen we de voorraad eten aan. Ik kom chagrijnig de supermarkt uit, vanwege het feit dat er onnodig veel plastic gebruikt wordt. De bananen en appels moeten in het plastic en mogen niet bij elkaar in het zakje. In Iran hebben we de gevolgen gezien. Nu valt het zwerfplastic hier nog mee, maar nutteloos vind ik het wel. Zodra ik het fruit in de fietstassen gedaan heb, leg ik de zakjes binnen in een winkelmandje…..leve het hergebruik.

Op basis van gevonden informatie houden we rekening met slecht wegdek; het traject is waarschijnlijk deels onverhard, dan wel vergaan asfalt. Een 4×4 schijnt nodig te zijn, al lezen we ook dat men de route gaat asfalteren en dat dat in januari 2019 klaar zou moeten zijn.
Na Achmeta volgt al snel een stuk asfalt dat er spic en span uitziet, maar verderop is dat niet het geval. Het wisselt van een stuk asfalt, onverhard, asfalt, enz. Waarschijnlijk om je alvast lekker te maken. Het is een mooi bebost gebied met schaduw. De rustige weg klimt geleidelijk. Op een rustig plekje zien we een bord “guesthouse”. Er volgt weer een stuk asfalt.

We besluiten dat we daarom wel een pittig klimmetje onverhard naar het oude kerkje “Kvetera” kunnen doen. De fietsen laten we op een gegeven moment staan omdat het pad te steil is. Er staan wat oude resten van een kasteel of kerk. Is dit alles?

Maar nee, nog even het steile pad volgen en we stuiten op een mooi veld met een ruïne en een klein kerkje dat nog mooi in tact is. Het is een prima wildkampeerplek als je er de 1 km steile klim voor over hebt. De deur van de kerk piept, dus dat vormt een mooie basis voor een nachtelijke thriller.

De weg wordt nu modderig, als gevolg van de neerslag van afgelopen nacht. De wielen lopen vast, omdat de kleverige modder zich in de spatborden ophoopt, en we staan met stokjes te peuteren. Een herder met honden en koeien loopt langs. We lopen verder, in de hoop dat de fiets zonder ons gewicht, minder snel vastloopt.

Een liftende Tsjechische toerist is zojuist uitgestapt; de bestuurder was dronken en hij vond het eng. Hij vertelt dat het hem vandaag niet gelukt is de, eerder op de dag, aangeboden borrels af te slaan. Mogelijk zijn we met de fiets in het voordeel dat we gewoon doorrijden als we geroepen worden voor een borrel. Dit stuk van de route is volgens hem het slechtste; verderop is een auto vastgelopen. Ah, we zijn dus niet de enigen.
Onze schoenen en wielen zitten onder de klei. Klei en fietsen is een slechte combinatie. We duwen, trekken en slepen de fiets met moeite vooruit. Af en toe passeert een auto. Dan passeert de politie en kort erna een brandweerwagen.

Zij helpen de wagen los te komen. Een Nederlander, die blijkbaar achter in de rij is aangesloten, spreekt ons aan. Hij is het wel even zat met deze weg; dit had hij niet verwacht en hij mist waarschuwingen over de conditie van de weg. We passeren de wachtende auto’s, de wielen komen amper meer vooruit. Als de boel later weer rijdt vraagt een man vanuit de vrachtwagen of hij ons kan helpen…ja, heel graag met een lift. Op dat moment hebben we er 2,5 km (130 hoogtemeters) door de klei opzitten, waar we 2 uur en een kwartier over hebben gedaan. We zouden sowieso nog een kleine 2,5 km stijgen (100 hoogtemeters) tot het hoogste punt van de weg voor de boeg hebben, en ook de daling zou onder deze omstandigheden ongelofelijk veel tijd hebben gekost.

De mannen komen uit Azerbeidzjan en werken voor een Turks bedrijf aan deze weg. Er moet nog 20 km asfalt komen, wat over een jaar klaar moet zijn. De fietsen gaan achterin, de bijrijder in het midden en ik bij Michiel op schoot. Gezellig hobbelen we verder. De chauffeur rijdt behendig over de weg. Een deel is zompig, een deel is droog onverhard en een deel is weer asfalt. Al met al moet zeker meer dan de helft nog geasfalteerd worden. Ongeveer 13 km verderop laten we ons bij Tianeti afzetten. Als dank geven we een magneetkaartje; een Snickers slaat hij af en weg zijn ze. We zijn blij met deze lift; Tianeti zouden we anders niet voor donker bereikt hebben. En aangezien we de tent in Tbilisi hebben achtergelaten zou dat niet fijn zijn geweest.

Om vooruit te kunnen komen, peuteren we eerst met de schroevendraaiers nog meer klei tussen de spatborden en schoenen vandaan. In het dorpje vinden we geen open wifi. We weten dat hier een hotel moet zijn en een kilometer of 7 verderop een guesthouse.

Het hotel lijkt het beste, temeer we nog boodschappen willen halen en niet weten of het gehuchtje waar het guesthouse zou moeten liggen, dat te bieden heeft. We zijn de enige gasten in het eenvoudige, boven een winkel gelegen hotel. Het personeel van de winkel gaat eveneens over het hotel. Vanuit de kamer hebben we zicht op een kleine markt, waar we groente en fruit halen. In de winkel vullen we de rest van de proviand aan; we moeten een andere emmer yoghurt nemen, degene die wij hebben gepakt zou niet goed meer zijn.

Een koe heeft een taxi besteld en wordt in de achterbak getild. Of hij klaar is voor de slacht of straks de weide in mag weten we niet. De oude Lada scheurt ondanks het gewicht nog opvallend snel weg.

De bedden hebben geen kraakheldere, doch wel krakende lakens door het plastic dat eronder ligt.

Donderdag 20 juni
In de nacht gaan de honden flink tekeer. Iets na zessen staan we op en een uur later zitten we op de fiets. In de kamer eten we een banaan en een broodje gezond met de overgebleven kaas, tomaat en komkommer van gisteravond.

De kleine markt met dezelfde dames en heren is reeds ontwaakt, de winkel van het hotel niet, dus laten we de sleutel achter in de deur.

Michiel ziet nu bij de handgreep van mijn rem nog een ander punt dat in te stellen is. Hiermee kunnen we de rem wel goed krijgen, zodat de remgreep niet langer in mijn stuur gedrukt wordt bij gebruik. Is het betreffende schroefje in de loop der tijd los getrild?
Ik ben blij met deze ontdekking, want zeker met regen slijten blokjes sneller en zou ik deze, door de ongunstige instelling al snel moeten vervangen, terwijl ze eigenlijk nog goed zijn.

De meest rustige 22 km strak asfalt van onze reis, brengt ons eerst omhoog, om daarna flink af te dalen, met daarbij een aantal stukken met een helling van 10%. Vanaf een onverwachte, onbelangrijk ogende plek, kijkt Stalin over ons heen, de verte in.

Onderweg peuteren we nog een aantal keer modder weg tussen spatbord en wiel, omdat mijn wiel nog lijkt aan te lopen en ik tijdens de afdaling niet onaangenaam verrast wil worden door een blokkerend wiel. Een surveillance wagen polst of alles goed gaat.

De omgeving is mooi, met een bergwand naast ons en verderop zicht op het dal waar de weg aansluit op de bekende, drukke, Military Highway naar de grens met Rusland. Die drukke weg willen we overigens mijden en daarom nemen we de weg langs de oostelijke kant van de rivier.

We gaan daarom langs de oostelijke oever fietsen die deels verhard, deels onverhard is.

In een tweetal dorpjes aan de oostkant van de rivier zijn nog winkeltjes. Wij kopen water; de mannen die er in de buurt zitten hadden dat beter ook kunnen doen; één van hen lijkt laveloos. Qua verharding hebben we van alles; hobbelig onverhard, wat gladder onverhard, keien, rivierbedding, slalommen om waterplassen, beetje klei. Aan de westkant zien we begroeide, zandkleurige formaties. Voor ons doemt het beroemde Dzjvariklooster op, dat we niet gaan bezoeken; naast een flinke klim, hebben we vooral geen zin in de zeer waarschijnlijk aanwezige verkeershectiek, en het gepuzzel hoe daar handig en veilig te komen.

Kort moeten we de snelweg op om Mschketa te bereiken; de duur hiervan beperken we door de fiets de voetgangerstunnel in te sjouwen. Nu we weinig bepakking hebben, is dat wel te doen.

Het Bebristsikhe fort bij Mschketa lijkt niet meer toegankelijk; er staan waarschuwingsborden voor instortings- en aardverschuivingsgevaar. De kerk bekijken we kort; het is er druk van de toeristen. Ook hier slaat men veel kruisjes en koopt men kaarsjes of ander religieuze relikwieën.
Ook vanaf hier hebben we zicht op het Dzjvariklooster dat hogerop gelegen ligt.

Ik maak gebruik van een stinktoilet nabij de kerk, waar een dame een bijdrage vraagt die de stank niet waard is. Michiel gaat later bij een parkeerplaats, waar hij een goedkope en frisse toilet aantreft.

De ommuurde kathedraal bekijken we alleen van buiten. In de straatjes zijn veel toeristenkraampjes met de walnootstaven, wijnen, honing, kruiden en meer. Het is hier dan wel toeristisch, maar dit aanbod lijkt te veel, zoals wel vaker het geval is.

Op een plek vrijwel vol in de zon, lukt het een open Wifi te vinden; het signaal is niet krachtig, dus loopt Michiel richting het pand waar het vandaan lijkt te komen. Iemand kijkt uit het raam en zal wel vraagtekens hebben bij wat we hier uitspoken.
We kunnen vandaag aan het eind van de middag of morgenochtend om 6 uur de trein naar Tbilisi pakken, zodat we ons niet in het drukke verkeer naar de stad hoeven te begeven. De treinen gaan hier spaarzaam, al zijn er waarschijnlijk meer verbindingen dan de twee die we via internet vinden.
Op booking.com zien we dat het guesthouse in Tbilisi, waar we vanaf morgen al gereserveerd hebben, vanavond ook nog plek heeft. We appen de zoon George of hij de kamer voor ons wil blokkeren. Rechtstreeks reserveren is voor hun aantrekkelijker dan via booking.

We hebben behoefte aan milkshake, maar de enige die we kunnen vinden kost 7 Lari, wat we voor hier nogal prijzig vinden. Bij een winkeltje tegenover het station, dat buiten het centrum aan de andere kant van de rivier ligt, halen we een ijsje. Een vakantiefietser passeert; hij fietst door, dus blijft het bij een groet.

De wachttijd benutten we om de fietsen te poetsen op dit vervallen perron. Van andere wachtenden begrijpen we dat we de kaartjes in de trein moeten kopen, al doen de conducteurs ons anders geloven.

Voor de fietsen vragen ze 5 Lari/stuk, net als de eerdere treinreis. Vreemd is dat ze voor ons 30 Lari vragen, terwijl de bijna 10 maal zo lange rit van Kutaisi-Tbilisi, 16 Lari kostte.

Uiteindelijk mogen we voor 14 Lari, dus 24 inclusief de fietsen, mee.

Eén van de 3 conducteurs herkennen we van de vorige treinrit; hij lijkt het niet eens te zijn met de prijs van de rit, maar degene die besluit, lijkt de hoofdconducteur. Het geld moet ook met hem mee. En de ander vraagt nog onze namen…..echter voor deze treinrit ontvangen we geen bonnetje. Een en ander zal wel een lichte vorm van corruptie zijn. We vinden het best; voor €8 treinen we waarschijnlijk veilig de 20 km naar Tbilisi. Bovendien rijden we intussen al, dus zelf vertrekken of eruit gezet worden kan nu niet meer.

Ook in de stad is het nog oppassen; een auto toetert naar ons, slaat vervolgens niet af waardoor hij me in de weg zit en ik het groene licht mis.
In de stad is een demonstratie en daarbij is heel veel politie op de been; waarschijnlijk is de politie aan het staken. Later komen we erachter dat dat niet het geval is. Men is woedend dat een Rus, in hun ogen de bezetter, vanaf een belangrijke zetel een toespraak voor het parlement heeft kunnen houden.

Nieuws 1
Nieuws 2

Als ik in de maanden hierna het boek “Het achtste leven (voor Brilka)” lees, realiseer ik me nog eens sterker dat de spanningen die met steun van Rusland in delen van Georgië (Abchazië en Zuid-Ossetië) zijn ontstaan, nog relatief vers zijn.

Vlakbij het guesthouse passeert een auto Michiel rakelings in de klim. Niet met hoge snelheid, maar wel irritant.

Na een douche en bamisoepje, halen we groente en eieren voor een eenvoudig maaltje.
Op bed, in de verkoelende lucht van de airco, kijken we een uitzending van Dreamschool.

Vrijdag 21 juni
‘s Nachts heb ik last van spanning op de darmen. Ik heb wel eetlust en de rest van de dag zijn de darmen rustiger, al voel ik me iets minder fit dan normaal.
We hebben een heerlijk rustige ochtend. Vervolgens herpakken we de bagage en doen een wasje. De schoenen, die we in de hal hebben gezet, moeten hoognodig van de klei van eergisteren, ontdaan worden. Als we dat willen doen, blijkt de eigenaresse het al gedaan hebben. We voelen ons een beetje bezwaard; en wat ontzettend lief.

Vorige week zagen we, in een nabij gelegen straatje, al een leuk, knus, koffietentje, waar we nu fijn neerstrijken. Michiel geniet van een heerlijke cappuccino; ik houd het bij een slokje mee nippen. In de houten vloer is een fietsje getekend; de noesten fungeren als wielen.

We spreken met de 24-jarige medewerkster over de demonstraties die zij ook bijwoont. Men, of in ieder geval een groot deel van de bevolking, voelt zich bezet door Rusland, dat ook de landsgrenzen met regelmaat een paar 100 meter schijnt op te schuiven, alsmede de grenzen in Zuid-Ossetië.
Aanleiding voor de demonstratie is een Russische parlementariër, die tijdens een bijeenkomst zitting mocht nemen op de belangrijkste stoel van het parlement; dat is verkeerd gevallen, het wakkert het gevoel van Rusland als onderdrukker aan.
Daarbij, geeft ze aan, heeft de huidige Georgische regering excuses gemaakt aan Rusland voor de demonstratie.
We lazen al dat vannacht, ver nadat wij het parlementsgebouw passeerden, gewonden zijn gevallen. Ze vertelt dat iemands ogen zijn beschadigd door rubber kogels. Eveneens heb ik gelezen dat de voorzitter van de kamer wel is afgetreden.
De medewerkster heeft moeite met Russische gasten die in het koffietentje in het Russisch tegen haar beginnen te spreken. Zij spreekt liever Engels i.p.v. de taal van de onderdrukker.
Voor bepaalde (zakelijke) beroepen eist men overigens dat een medewerker zowel het Engels als het Russisch beheerst.

Bij een bank wisselen we geld. Alvorens verder te wandelen naar het oude centrum, schiet ik een Donutzaak in om mijn blaas te legen. De tsjoertsjchela, oftewel de walnootstaven, die we verderop in de straat vinden, kosten slechts 2 Lari; geen exorbitante toeristenprijzen. Een prima tussendoortje voor nu.

De vriendschapsbrug ligt er mooi bij. Iets teveel mensen probeert ons te lokken voor een boottrip. Ook hier weer vrouwen met een hijab en modieuze, vermoedelijk dure zonnebril; dat moet ik gewoon zien vast te leggen. De minder bedekkende hoofddoek, zie je hier niet.

De straatjes vlak achter de nette hoofdstraat zijn veel rommeliger met huizen in verval of juist in opbouw. Het heeft ook wel zijn charme. Ik heb de indruk dat in Tbilisi arm en rijk ook, meer dan in Nederlandse steden, door elkaar wonen. Soms zie je de mooie woningen naast eenvoudige huizen. En bij eenvoudige huizen staan soms luxe auto’s.
Tbilisi is verre van vlak; liggend tegen de hellingen van omringende heuvels met soms zeer steile straatjes.

Het is weer warm vandaag.
’s-Avonds koken we en krijgen we van het huis een glas wijn. Dat kregen we vanochtend al bij het ontbijt aangeboden, maar dat vonden we iets te vroeg. Een cultureel dingetje. Alhoewel we van een champagne ontbijt, bij speciale gelegenheden, niet vreemd opkijken.

De droge rode wijn is overigens heerlijk en doet denken aan de wijnen zoals we die gewend zijn. Soms zijn de zelfgemaakte wijnen anders dan we gewend zijn, meer richting de smaak van port. Hoewel ik niet echt een portliefhebber ben, hebben de wijntjes in Georgië me wel gesmaakt. Misschien mede omdat ik geniet van de vele dingen die hier sowieso zelf bereid worden.

We kletsen een flinke tijd met de eigenaresse over de demonstraties, en over de druk van Rusland. Zij is enthousiast over ex-president Saakasjvili en Sandra; hij schijnt aan veel dingen gewerkt te hebben, nu gebeurt er niets. Als Nederlanders hoorden we afgelopen weken vaker enthousiaste reacties over Sandra Roelofs. Hoe men dan over Saakasjvili dacht is minder duidelijk; ik heb de indruk dat de meningen daarover verdeeld zijn.
Als reactie op de huidige ontwikkelingen, verbiedt Rusland haar inwoners naar Georgië te gaan. Het guesthouse heeft nu diverse annuleringen, gelukkig lijkt ze zich nog geen zorgen te maken. Regelmatig zijn ze volgeboekt; nu komt er ruimte vrij voor anderen.

De eigenaren wonen in een klein appartement om de hoek, iets verderop in de straat. Sinds drie jaar hebben ze met met een krediet van 8% rente dit appartement gekocht t.b.v. het guesthouse met 3 te verhuren kamers.
Ook hebben ze nog een huis in de wijnregio, waar zijn (Roman’s) ouders wonen.

Zij werkt ook nog fulltime op de administratieafdeling van een pensioenfonds. Hij werkt al jaren met toeristen, onder meer als chauffeur en gids. De lonen zijn laag en het guesthouse is nodig om meer inkomsten te genereren. Zij redt zich goed in het Duits. Hij in het Russisch en een beetje in het Engels.
De oudste zoon George moet nog één jaar middelbare school en gaat dan een opleiding tot verpleger in Duitsland doen, waar het studeren goedkoper is. Voorwaarde is dat hij Duits spreekt, dus volgt hij nu lessen Duits.

Na nog een aflevering Dreamschool op de tablet gaan we pitten.

Zicht op de binnenplaats vanuit het guesthouse

Zaterdag 22 juni

We genieten wederom van een uitgebreid ontbijt en mogen van de Tsjechen, die hun ontbijt niet op kunnen, nog wat extra pakken. Ons vermoeden dat zij (de Tsjechische) mogelijk ook niet helemaal fit is, blijkt te kloppen als we hen later dezer dagen nog uitgebreider spreken.

De rest van de dag eten we nog slechts een walnootstaaf, alvorens uit eten te gaan.

Natuurlijk moeten we de grote fiets bekijken. Op weg daarnaar toe, wordt kunst verkocht op straat. Er zit o.a. mooi grafisch werk bij met gekleurde opgestapelde huisjes in Tbilisi. Op de vlooienmarkt wordt ook kunst, diverse prullaria, gereedschap en curiosa uit de Sovjet tijd (kleding, hoofddeksels) verkocht.
Het is weer warm en aan de andere kant van de rivier ploffen we even neer in een schaduwrijk parkje, nabij een kerkje, waar we de waterfles weer bijvullen.

In Iran, Armenië en Georgië zit regelmatig nog tape op de kozijnen.

Bij de hoger gelegen Sameba Kathedraal zijn veel bruidsparen. Bij één van de bruiloften draagt een deel van de gasten traditionele feestkleding. Deze bruiloft trekt meer aandacht dan de kathedraal zelf. Velen, ook wij, staan hen te fotograferen. Vanaf het zonovergoten plein heb je mooi zicht over de stad.

Via straatjes met soms zeer armoedige huisjes, slingeren we terug naar de rivier. Ook bij een andere -ditmaal katholieke- kerk vindt een bruiloft plaats, maakt een oud vrouwtje ons duidelijk.

Nabij het badhuis strijken we weer even neer in de schaduw. Oudere heren spelen backgammon. Ook hier zien we bruidsparen. Is het een moetje? Vooral de dames kijken hier veelal chagrijnig. De entree van het badhuis Orbeliani oogt Iraans met de betegelde buitenwand. Op de site lees ik later dat het hier lijkt op het Registan-plein (Oezbikistan). Hier kan men per uur een ruimte op maat huren voor een groep. Al met al is de sauna in Nederland, hiermee vergeleken, relatief goedkoop.

Een bezoek aan het Narikala fort en de daarbinnen gelegen kerk hoort er ook bij, vooral omdat ook dit hoger gelegen is en je hier zicht hebt op de stad.

Ik mag met omslagrok en hoofddoek naar binnen. Michiel in zijn korte broek niet; ook niet als hij een omslagrok om doet. Gek genoeg mag er wel een vrouw met een korte rok naar binnen. Vanuit een deuropening kan Michiel een blik naar binnen werpen en ook naar het gezang, dat net plaatsvindt, luisteren.

Restaurant Litera, met een mooi rustig gelegen tuinterras op de binnenplaats, heeft goede beoordelingen. Blijkbaar zo goed dat het restaurant aan de straatkant niet is aangegeven. De kaart is, naar Georgische standaard, prijzig.
Er tegenover ligt restaurant Fardagi met eveneens heel goede beoordelingen. Het is nog vroeg en daarom gaan weer eerst elders wat drinken. Om de hoek bestellen we in een leuk tentje een heerlijk groene smoothie. Op de wand hangen briefjes van klanten, waaronder één van mensen uit Utrecht; ons briefje komt ernaast te hangen.

Het toilet ligt aan de parkeerplaats erachter; de medewerkster brengt me er heen met de sleutel en een lamp. Van het toilethok, op deze wat vreemde plek, hebben ze middels de aankleding wat leuks weten te maken.

Het eten bij Fardagi is erg smaakvol en bijzonder. We hebben geen spijt van onze keuze voor dit restaurant.

Vooraf: Pkhali plankje (Aubergine met walnoot, spinazie, pompoen en Mchadi=Georgische Maisbrood)
Michiel: Walnut Kharcho (stevige walnootsoep met rundvlees) met Ghomi (een vullende creme van maismeel met kaas)
Astrid: Elarji balls (soort gefrituurde kaasballen) met Bazhe (Saus met walnoot, knoflook en diverse specerijen)

Het is klam. Moe en voldaan na dit heerlijke etentje als afronding van de reis komen we terug. Morgen richten we ons met name op het naderende vertrek en koken we zelf, temeer we de dag erna op tijd vertrekken.
Weer sluiten we de avond af met een uitzending van Dreamschool op de tablet.

Zondag 23 juni
Omdat het guesthouse volgeboekt is, slapen we vanavond in het souterrain. De spullen verhuizen we naar beneden. We maken een backup van de verslagen, die ik de komende maanden thuis verder ga uitwerken t.b.v. de site.

In de stad halen we extra karton om de fietsen in te pakken en souvenirs; kleine bijenwaskaarsjes en 20 tsjoertsjchela’s. De eigenaresse van ons guesthouse adviseert ons later deze walnootstaven thuis in de koelkast te bewaren, zodat ze minder snel taai worden.

Via de klokkentoren van het Rezo Gabriadze Marionetten Theater wandelen we terug.

Op de binnenplaats pakken we op ons gemak de fiets in. Een kat zoekt beschutting tussen het karton. We moeten oppassen dat hij niet als verstekeling mee aan boord gaat. De dozen zijn aan de kleine kant, maar met karton en tape weten we er een solide pakket van te maken. Intussen zijn we 3,5 uur verder. De fietsen kunnen alvast in het taxibusje van eigenaar Roman, die ons morgen naar de luchthaven brengt.

Er grenzen meerdere appartementen aan deze binnenplaats; het oogt rommelig, doch gezellig en authentiek. Alhoewel gezellig….er is ook een moment dat we een keer meegenieten van geschreeuw; het leven van een echtpaar lijkt niet over rozen te gaan. Gezien de reactie van een buurtbewoner, is het niet de eerst keer.

Kinderen spelen deze dagen soms in een zwembadje. De resterende Albert Heijn tattoo plakplaatjes, die we mee hadden als kleine attentie, heb ik reeds aan hen gegeven.

Een eerste wisselkantoortje heeft onvoldoende Euro’s om de resterende Lari’s te wisselen. De tweede heeft nog wel een paar tientjes in Euro-tientjes.

Na het koken, afwassen en douchen duiken we ons bed in.

Maandag 24 juni

Roman en zijn vrouw, echtpaar van guesthouse Down Town

Roman brengt ons naar het vliegveld. Zijn vrouw heeft broodjes klaargemaakt als ontbijt om mee te nemen. Bij het vliegveld wijst men aan waar we de fietsdozen kunnen zetten. We voelen ons niet helemaal op het gemak dat daar geen toezicht is en iedereen erbij kan, ondanks dat ze zeggen dat het daar goed staat. Vanaf een bankje op afstand kijken we toe en zijn we blij dat ze een tijdje later opgehaald worden. Even later zien we ze het vliegtuig ingetild worden.

Na een prima reis, via Istanbul’s nieuwe luchthaven –die tijdens onze reis geopend is– komen zowel wij als de fietsen weer goed aan.

De liften op het station werken niet (zal je net zien), dus is het nog even een gedoe om de trein te pakken. Ik ga met fiets en bagage de roltrap af. Gelukkig gaat dit goed…Michiel is verstandiger en haalt, last minute, de bagage er toch maar af.

Ons huisje staat er goed bij en de tuin is groen.